Haat zorgt voor ruzie. Liefde bedekt alle fouten. | Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen. |
U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. | Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. |
Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. | Want er is niets bedekt wat niet geopenbaard zal worden, en er is niets verborgen wat niet bekend zal worden. |
Het allerbelangrijkste is nu dat jullie veel van elkaar houden. Want door liefde kun je elkaar veel fouten vergeven. | Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken. |
Als dwaze mensen boos zijn, laten ze dat meteen merken, maar als wijze mensen beledigd worden, zwijgen ze. | De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. |
Als je je fouten niet toegeeft, krijg je ellende, maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen. |
Jullie zijn allemaal kinderen van God, omdat jullie geloven in Jezus Christus. Jullie zijn gedoopt in zijn naam. Door jullie doop zijn jullie helemaal bij hem gaan horen. | Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. |
Liefde is: blij worden van het goede, en een hekel hebben aan het kwaad. Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt. Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen. Door de liefde blijf je altijd volhouden. | Zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid, zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. |
Mensen die veel kletsen, kunnen geen geheim bewaren. Mensen die te vertrouwen zijn, houden hun mond. | Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen, maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak. |
Als je je vrienden niet wilt verliezen, moet je hun fouten vergeven. Want anders raak je de vriendschap kwijt. | Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Jezus zei tegen de mensen: ‘Niemand zet een brandende lamp onder een emmer of onder een bed. Je zet een lamp juist hoog. Dan kan iedereen die binnenkomt, het licht goed zien.’ | En niemand die een lamp aansteekt, plaatst er een vat overheen of zet hem onder een bed, maar hij zet hem op een standaard, opdat zij die binnenkomen, het licht kunnen zien. |
In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. |
Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. | Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. Sela |