Met een vriendelijk antwoord kalmeer je iemand die woedend is. Maar met beledigende woorden maak je hem juist kwaad. | Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren?" | Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
Ik kom gauw. Houd vast aan je geloof. Zorg dat niemand jullie je beloning afneemt. | Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. |
Van alles wat ik hier gezegd heb, is de conclusie: Heb diep ontzag voor God en houd je aan zijn wet. Want dat is het belangrijkste voor elk mens. | Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. |
Maar het belangrijkste is dat jullie als broeders en zusters veel van elkaar houden. Want de liefde vergeeft wat jullie verkeerd tegen elkaar doen. | Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. |
En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven. | En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. |
Door anderen om te kopen, kun je veel bereiken. Het brengt je bij belangrijke mensen die je anders nooit te spreken zou krijgen. | Iemands geschenk maakt ruimte voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. |
Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven. | Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren. |
Maar zo moet het bij jullie niet zijn. Als je geëerd wil worden, dien dan de anderen. En als je de belangrijkste wil zijn, doe dan slavenwerk voor de anderen. | Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn. |
Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. | Zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang. |
U heeft het beloofd: U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen. | Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. |
God heeft Hem nu een heel belangrijke plaats gegeven. God had beloofd om de Heilige Geest aan de mensen te geven. Dat is nu gebeurd: Jezus heeft de Heilige Geest van de Vader over ons uitgestort. Dat is wat jullie hier zien en horen. | Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. |
Want alles wat de ongelovige mensen doen en willen en verlangen en belangrijk vinden, is niet van de Vader, maar van de wereld. | Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. |
Het is heerlijk voor je als de mensen je uitschelden, belachelijk maken, vervolgen en allerlei leugens over je vertellen omdat je in Mij gelooft. | Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. |
Als iemand de Mensenzoon beledigt, dan zal God hem dat vergeven. Maar als iemand expres de Heilige Geest beledigt, dan zal God hem dat niet vergeven. Niet nu, in deze wereld, en niet later, in de wereld die nog komen gaat. | Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand tegen de heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. |
Als je niet veel geld hebt, mag je er blij over zijn dat je voor God toch belangrijk bent. Maar als je rijk bent, moet je eraan denken dat God jouw geld niet zo belangrijk vindt. Want op een dag zul je er niet meer zijn. Net zoals een mooie bloem in het gras op een dag verdwenen is. | Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan. |
Mensen die bescheiden zijn en diep ontzag voor de Heer hebben, krijgen als beloning rijkdom, eer en leven. | Het loon van ootmoed – vreze des Heren – is rijkdom, eer en leven. |
Maar ik vind dat allemaal niet belangrijk. Ik vind niets belangrijk, zelfs mijn eigen leven niet. Ik wil blij alles doen wat Jezus van mij vraagt. De taak die Hij mij heeft gegeven, wil ik helemaal afmaken. Die taak is: het goede nieuws van Gods liefdevolle goedheid aan de mensen vertellen. | Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. |
Geef daarom aan iedereen waar hij recht op heeft. Betaal belasting aan de mensen aan wie je belasting moet betalen. Betaal tol aan de mensen aan wie je tol moet betalen. Geef respect aan de mensen die je moet respecteren en geef eer aan de mensen die je moet eren. | Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. |
De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn. Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. | Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. |
Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren niets in voorraadkamers of schuren. God geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? | Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven! |
Het is beter om met z'n tweeën te zijn dan alleen. Want met z'n tweeën hebben ze een goede beloning bij hun gezwoeg. | Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen. |
Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? | Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? |
Wat een slecht mens verdient met zijn slechtheid, zal weer verdwijnen. Maar de beloning van een goed mens blijft bestaan. | De goddeloze maakt winst die niet gedijt, maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. |
Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van God. | Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. |
Gerelateerde onderwerpen
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Beloning
Wat je ook doet...
Naaste
De tweede wet, die...
Nederigheid
Wees bescheiden en vriendelijk...
Ontzag
Diep ontzag voor de...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde hem: "Iemand...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas luistert niet naar de goede raad van zijn vader.Maar een verstandig mens doet er iets mee.