Geef de Heer van wat je bezit. Geef Hem het eerste deel van je oogst. | Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. |
En Hij zei tegen de mensen: "Let goed op dat je niet hebzuchtig bent. Want ook als je alles hebt wat je hebben wil, betekent dat niet dat je ook je leven bezit. Je leven is niet van jezelf." | En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. |
Huis en bezit erf je van je ouders. Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer. | Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEERE. |
Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. | Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn verbeelding. |
Ik heb uw wetten voor altijd van U gekregen. Ik ben er heel erg blij mee. | Uw getuigenissen heb ik voor eeuwig in erfelijk bezit genomen, want zij zijn de vreugde van mijn hart. |
En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. | Zoals hij voortgekomen is uit de buik van zijn moeder, zal hij naakt terugkeren om te gaan zoals hij kwam. Hij zal van zijn zwoegen niets meenemen wat hij met zijn hand kan dragen. |
Naar wijsheid verlangen is het begin van alle wijsheid. Van alles wat je hebt, is wijsheid het belangrijkste. | Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! |
Doe alles wat jullie Heer God heeft gezegd. Dan zal het goed met jullie gaan in het land dat jullie gaan veroveren. | Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen. |
Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom. | Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. |
Als je zomaar veel geld hebt gekregen, ben je dat ook snel weer kwijt. Maar als je er zelf hard voor werkt, word je rijk. | Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. |
Toen zei de Heer tegen de duivel: "Goed. Met alles wat Job heeft, mag je doen wat je wil. Maar Job zelf mag je niets aandoen." Toen ging de duivel bij de Heer weg. | De HEERE zei tegen de satan: Zie, alles wat hij heeft, is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken. En de satan ging weg van het aangezicht van de HEERE. |
Vandaag zeg ik jullie: houd van jullie Heer God, leef zoals Hij het wil en houd je aan zijn wetten en leefregels. Dan zal het goed met jullie gaan en zullen jullie een groot volk worden. Dan zal de Heer God jullie zegenen in het land dat jullie gaan veroveren. | Want ik gebied u heden de HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te gaan en Zijn geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dan zult u leven en talrijk worden, en zal de HEERE, uw God, u zegenen in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen. |
Het is fijner om uw wil te doen dan om heel erg rijk te zijn. | In de weg van Uw getuigenissen verblijd ik mij meer dan in alle bezit. |
Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." | Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. |
Sommige mensen willen altijd maar méér hebben. Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben. | De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. |
Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat met verwarring erbij. |
Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." | Jezus zei tegen hem: Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij. |
Rijkdom helpt je niets als God je gaat straffen. Maar als je leeft zoals Hij het wil, redt dat je van de dood. | Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. | Ook elke mens aan wie God rijkdom en bezittingen geeft en toestaat om daarvan te eten en zijn deel ervan te nemen om zich in zijn zwoegen te verblijden, dat is een gave van God. |
Luister: doe wat Ik zeg en houd jullie aan mijn verbond. Dan zullen jullie, als enige van alle volken, mijn eigen volk zijn. Want de hele aarde is van Mij. | Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. |
Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug. | Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. |
Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn, dan rijk te zijn en oneerlijk. | Beter is een weinig met gerechtigheid, dan een veelheid aan inkomsten zonder recht. |
Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven? | Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? |
Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven? En wat kun je geven in ruil voor je leven? | Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? |
We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles. | Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten. |