Bijbelteksten over 'Binnen'
Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Ga binnen door de smalle poort. Want de poort naar de dood is wijd, en de weg daar naartoe is breed. En er zijn heel veel mensen die die weg nemen en door die poort binnengaan. Maar de poort naar het leven is nauw, en de weg daar naartoe is smal. Er zijn maar weinig mensen die die weg en die poort vinden." |
Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan, opdat niemand door het volgen van dit voorbeeld van ongehoorzaamheid ten val zal komen. | We moeten dus goed ons best doen om die rust binnen te gaan. Want als we ongehoorzaam zijn, zullen we die rust mislopen. Net zoals het volk Israël die rust misliep door zijn ongehoorzaamheid. |
Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Pas op voor leugen-profeten. Zij beweren dat ze namens God spreken terwijl dat helemaal niet zo is. Je kan hen vergelijken met wolven die zich vermomd hebben als schapen. Ze zien er onschuldig uit, maar van binnen zijn ze verslindende wolven." |
Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben als het binnen je macht ligt dat te doen. | Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. |
Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | IK BEN de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij worden gered. Hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en hij zal het goed hebben. |
Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. | Steeds als ik wanhopig was, troostte U mij en gaf U mij weer hoop. |
Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde. Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan. | Toen ging ook de leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen. Door wat hij zag, geloofde hij Maria's verhaal. Want ze wisten nog niet dat in de Boeken staat dat Hij uit de dood zou opstaan. |
Verlaat uw vriend en de vriend van uw vader niet, ga het huis van uw broer niet binnen op de dag van uw ongeluk. Beter een buur die nabij is, dan een broer ver weg. | Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek. Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit. Je hebt meer aan een vriend dichtbij, dan aan een broer ver weg. |
De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond. | Net zo haalt een goed mens goede dingen tevoorschijn uit de goede voorraad in zijn hart. Maar een slecht mens haalt slechte dingen tevoorschijn uit de slechte voorraad in zijn hart. Want iemands woorden verraden wat er in zijn hart is. |
Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. | Kom mee naar de Heer, laten we ons diep voor Hem buigen. Laten we knielen voor de Heer die ons heeft gemaakt. |
Een blij hart bevordert de genezing, maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren. | Een vrolijk mens geneest sneller. Maar een treurig mens verdroogt van binnen. |
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. | Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk. |
Al zijn wegen zijn iemand recht in zijn eigen ogen, maar de HEERE toetst de harten. | Iedereen vindt van zichzelf dat hij het goed doet. Maar de Heer kijkt hoe je van binnen werkelijk bent. |
Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien. | Doe je best om met iedereen in vrede te leven en om een zuiver leven te leiden. Anders zul je nooit dicht bij de Heer kunnen zijn. |
Neem de sabbatdag in acht om die te heiligen, zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw rund, noch uw ezel, noch enig vee van u, noch uw vreemdeling, die binnen uw poorten is, opdat uw dienaar en uw dienares rusten zoals u. | Houd je aan de heilige rustdag. Die dag is voor Mij. Zes dagen mogen jullie werken. Maar de zevende dag is mijn heilige rustdag. Dan mag niemand werken. Jullie niet, je zoon niet, je dochter niet, je knecht niet, je slavin niet, je vee niet, en de vreemdelingen die in jullie steden wonen ook niet. Zo kunnen jullie knechten en slavinnen op die dag uitrusten, net als jullie. |
Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. | Hij is trots. Hij is slecht van binnen. Maar iemand die leeft zoals Ik het wil, zal in leven blijven door zijn geloof in Mij. |
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. | Het hart van de mens is bedrieglijker dan alle andere dingen. Het is door en door slecht. Wie kan werkelijk weten wat er diep in zijn hart is? Ik, de Heer, weet wat er in het hart van een mens is. Ik ken ieders diepst verborgen gedachten. Daardoor kan Ik iedereen geven wat hij verdiend heeft. Ik beloon ieder mens naar wat hij heeft gedaan, goed of slecht. |
En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. | En God, die weet wat er in het diepst van ons hart is, weet wat de Geest wil. Want wat de Geest voor de gelovigen bidt, is volgens de wil van God. |
Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. | Wie kan weten wat er diep in de gedachten van een mens leeft? Dat kan toch alleen zijn eigen geest? Zo weet ook alleen Gods eigen Geest, wat er in God is. |
Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die. | Houd je aan de heilige rustdag. Die dag is voor Mij. Zes dagen mogen jullie werken. Maar de zevende dag is mijn heilige rustdag. Dan mag niemand werken. Jullie niet, je zoon niet, je dochter niet, je knecht niet, je slavin niet, je vee niet, en de vreemdelingen die in jullie steden wonen ook niet. Want in zes dagen heb Ik de hemel en de aarde gemaakt, met de zee en alles wat daarin leeft. Maar op de zevende dag was Ik klaar met werken. Die dag rustte Ik. Daarom heb Ik de zevende dag aangewezen als heilige rustdag. Die dag is van Mij. |
Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid. | Ik ben liever één dag op het plein voor uw tempel dan duizend dagen ergens anders. Ik sta liever bij de drempel van uw heiligdom, dan dat ik woon bij mensen die zich niets van U aantrekken. |
Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. | Omdat jullie bij Mij horen, zal de Vader jullie straks de Helper sturen. Hij is de Heilige Geest. Hij zal jullie alles leren en alles helpen herinneren wat Ik tegen jullie heb gezegd. |
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God. | Ik zeg tegen mezelf: "Waarom ben je zo treurig? Waarom ben je zo onrustig? Vertrouw op God! Hem zal ik prijzen. Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!" |
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. | Jezus antwoordde hem: "Luister goed! Ik zeg je: je kan het Koninkrijk van God alleen binnen gaan als je geboren wordt uit water en uit de Geest. Anders niet." |
Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren; maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God. | Vrouwen, onthoud dat het er niet om gaat dat jullie er van buiten mooi uitzien, met schitterende kapsels, dure sieraden en mooie kleren. Zorg er liever voor dat jullie van binnen mooi zijn. Dat is veel belangrijker. Je bent pas werkelijk mooi als je vriendelijk en rustig bent. Dat is schoonheid die niet verdwijnt. God houdt van zulke schoonheid. |
Gerelateerde onderwerpen
Hart
Bescherm je hart boven...
Geest
De Heere nu is...
Sabbat
Gedenk de sabbatdag, dat...
Begrijpen
Roep tot Mij, en...
Leven
De HEERE zal u...
Redding
En de zaligheid is...
Bijbeltekst van de dag
Want wie is God, behalve de HEERE?Wie is een rots dan alleen onze God?
Willekeurige Bijbeltekst
Zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid,maar verheugt zich over de waarheid,
zij bedekt alle dingen,
zij gelooft alle dingen,
zij hoopt alle dingen,
zij verdraagt alle dingen.Volgende tekst!Met afbeelding