Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. | Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk. |
Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. | Als je in Mij gelooft, zullen stromen van water dat leven geeft uit je binnenste stromen! Want dat is beloofd in de Boeken! |
Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste. | God, ik wil graag doen wat U van mij vraagt. Uw wet staat in mijn hart geschreven. |
Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. | Ik zal mijn Geest in jullie binnenste leggen. Dan zullen jullie leven zoals Ik het wil. Jullie zullen je aan mijn wetten en leefregels houden. |
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste. | Roddelpraatjes slaan wonden. Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart. |
Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. | Ik zal jullie een nieuw hart geven. Ik zal een nieuwe geest in jullie leggen. Jullie eigen hart, dat zo hard en zo koud is als steen, zal Ik uit jullie weghalen. En dan zal Ik jullie een warm, zacht hart geven. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. |
Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. | Steeds als ik wanhopig was, troostte U mij en gaf U mij weer hoop. |
Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. | Ik heb altijd gedaan wat Hij van me vroeg. Ik heb altijd zijn woorden in mijn hart bewaard. |
Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven. | Toch houdt de Heer elke dag van mij. Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste. Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt. |
Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven? | Als je het goed hebt in deze wereld, maar je wil een arme broeder of zuster niet helpen, hoe kan Gods liefde dan in je wonen? |