“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift. | Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. |
Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet. | Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste. |
Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. | Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. |
Ik zal jullie mijn geest geven en ervoor zorgen dat jullie je aan mijn bepalingen houden en mijn regels naleven. | Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. |
Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. | Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. |
Toen ik door zorgen werd overstelpt, was uw troost de vreugde van mijn ziel. | Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. |
De geboden die Hij voorschreef heb ik nageleefd, de woorden die Hij sprak heb ik het meest van al gekoesterd. | Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. |
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen die makkelijk in de maag verdwijnen. | De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste. |
Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. | Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven. |
Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. | Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. |
Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? | Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven? |
Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal van de daken geschreeuwd worden. | Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. |