Bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. | Maar bid het volgende: Onze hemelse Vader, laten alle mensen diep ontzag voor U krijgen. Laat uw Koninkrijk komen. Laat op aarde worden gedaan wat Ú wil, net zoals in de hemel wordt gedaan wat U wil. |
Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. | Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. |
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. | Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. |
Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt. | Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. |
De Here is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? | De Heer zorgt voor mij. Ik hoef niet bang te zijn. Wat zouden mensen me kunnen aandoen? |
Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen. | Denk aan je Maker zolang je nog jong bent. Denk aan Hem vóórdat de tijden komen dat je niet meer van het leven genieten kan. |
Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. | Het is heerlijk als de Heer je heeft vergeven wat je verkeerd hebt gedaan. Het is heerlijk als God je heeft vergeven dat je Hem ongehoorzaam bent geweest. |
Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken. | Maar zelfs als mensen jullie slecht behandelen omdat jullie doen wat God wil, dan zal dat toch heerlijk voor jullie zijn. Wees niet bang als de mensen jullie bedreigen. Laat je niet afschrikken. |
Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig. | Hij heeft jullie geroepen om voor Hem te leven. God is heilig. Daarom moeten jullie ook heilig leven in alles wat jullie doen. Want er staat in de Boeken: "Leef heilig, want Ik ben heilig." |
Zie, wat ik als goed heb opgemerkt, is dit: dat het voortreffelijk is te eten en te drinken en het goede te genieten bij al het zwoegen, waarmee iemand zich aftobt onder de zon gedurende de weinige dagen van zijn leven, die God hem schenkt, want dit is zijn deel. | Maar ik heb ook iets goeds ontdekt. In de korte tijd die God je heeft gegeven om te leven, is het fijn om te eten en te drinken en te genieten van de goede dingen waarvoor je zo hard hebt gewerkt en gezwoegd onder de zon. Daar heb je recht op. |
Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen. | Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. |
Wacht op de Here, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de Here. | Vertrouw op de Heer. Houd moed en Hij zal je weer hoop geven. Ja, verwacht hulp van de Heer. |
Als overmoed komt, komt schande mee, maar wijsheid is bij de ootmoedigen. | Overmoedige mensen staan uiteindelijk voor schut. Daarom is het wijs om bescheiden te zijn. |
Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. | Jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn van Hem en Hij houdt heel veel van jullie. Wees daarom zelf ook vol medelijden, goedheid, bescheidenheid, vriendelijkheid en geduld. |
Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. | Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.' |
Wij, geboren Joden, en geen zondaars uit de heidenen, wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden. | Wíj zijn als Jood geboren en hebben de wet van Mozes gekregen. Maar we weten dat een mens niet kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden. Hij kan alleen worden vrijgesproken door in Jezus Christus te geloven. Daarom zijn ook wij, Joden, in Jezus Christus gaan geloven. Want alleen zó konden we worden vrijgesproken van schuld: door ons geloof in Christus. Want niemand kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden. |
Uit de diepten roep ik tot U, o Here. Here, hoor naar mijn stem; laten uw oren opmerkende zijn op mijn luide smekingen. | Uit de diepste ellende roep ik tot U, Heer. Heer, luister naar mij. Hoor hoe ik smekend tot U roep! |
En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. | Daarom heeft Jezus ons bevolen: als je van Hem houdt, moet je ook van je broeders en zusters houden. |
Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. | Laat je dus door niemand nog regels opleggen over wat jullie wel of niet mogen eten en drinken, of welke feestdagen jullie moeten vieren. Want die dingen zijn een afbeelding en een schaduw van de werkelijke dingen die nog zouden komen in Christus. |
Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden. | Trouwens, alle mensen die in Jezus Christus geloven en God willen dienen, zullen worden vervolgd. |
Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus. | Hij heeft jullie geroepen om dezelfde hemelse macht en majesteit te krijgen als onze Heer Jezus Christus. Hij riep jullie door het goede nieuws dat wij jullie kwamen brengen. |
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. | God is liefdevol en goed. Daarom moedig ik jullie aan, broeders en zusters, om jezelf aan God te geven. Geef jezelf als een levend en heilig offer waar God blij mee is. Het is goed om God op die manier te dienen. |
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. | Want Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn te zien in de natuur. Dat is altijd al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. Maar ze wíllen God niet kennen. Daarom hebben ze geen excuus dat ze God niet dienen. |
Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen. | Wees bescheiden en vriendelijk. Houd van elkaar en heb geduld met elkaar. |
Bekeert u en wendt u af van al uw overtredingen, dan zal u dat niet een struikelblok tot ongerechtigheid worden. | Stop dus met het doen van slechte dingen! Want anders zal het slecht met jullie aflopen! |
Gerelateerde onderwerpen
Nederigheid
Met alle nederigheid en...
Geduld
De lankmoedige is groot...
Leven
De HERE zal u...
Wet
Wat ik u heden...
Wereld
Hebt de wereld niet...
Vriendelijkheid
Uw vriendelijkheid zij alle...