Bijbelteksten over 'Daden'
Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
U, Heer, bent liefdevol, U beloont ieder mens naar zijn daden. | Steeds weer laat u uw liefde zien. U geeft aan ieder mens wat hij verdient. |
God beloont ieder mens naar zijn daden. | God zal alle mensen geven wat ze verdienen. |
Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.’ | Als de nieuwe koning komt, zullen ze zeggen: ‘Dank de Heer! Maak overal bekend wie hij is. Vertel aan alle volken wat hij gedaan heeft.’ |
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. | Vrienden, we moeten anderen laten merken dat we van hen houden. Niet door mooie woorden, maar door daden die Gods waarheid laten zien. |
Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Breek met het kwaad. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, was het bloed van je handen, stop met al die misdaden. Ik kan er niet meer tegen. Maak een eind aan het kwaad.’ |
Zing een lied voor de HEER, machtig zijn zijn daden. Laat heel de aarde dit weten. | Zing een lied voor de Heer! Want hij heeft grote dingen gedaan. De hele aarde moet het weten. |
Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. | Jezus zegt: ‘Luister, ik kom snel! En ik zal aan iedereen geven wat hij verdient.’ |
God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en Hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen. | Die nakomeling is Jezus. God heeft hem als zijn dienaar uitgekozen. En hij heeft hem eerst naar jullie toe gestuurd. Jezus moest ervoor zorgen dat jullie ophielden met je slechte gedrag. Dan zouden jullie allemaal gelukkig worden. |
Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel. Al zijn daden zijn juist en zijn paden recht. Wie de weg van de hoogmoed bewandelen, kan Hij vernederen. | Daarom geef ik alle eer aan God, de koning van de hemel. Alles wat hij doet, is goed. Wat hij ook beslist, hij heeft altijd gelijk. Sommige mensen vinden dat ze een hoge plaats verdiend hebben. Maar aan zulke mensen geeft hij juist een lage plaats. |
Ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. | Voor de troon van God stonden alle mensen die gestorven waren, belangrijke en onbelangrijke mensen. Ze waren teruggehaald uit het land van de dood. Ook de zee had de mensen teruggegeven die verdronken waren. Er werden boeken opengedaan waarin de goede en slechte daden van mensen opgeschreven stonden. En alle doden werden beoordeeld op hun daden. Ook het boek van het leven werd geopend. |
En heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest. | Hij heeft ons gered. Niet omdat wij dat verdienen door onze goede daden, maar omdat hij medelijden met ons had. Door onze doop zijn we een nieuw leven begonnen. Dankzij de heilige Geest leven we als nieuwe mensen. |
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. | Jullie zijn door God uitgekozen, en jullie horen bij hem. Nu zijn jullie een heilig volk, een volk van priesters. God heeft jullie uit de duisternis geroepen om te leven in zijn schitterende licht. Nu kunnen jullie iedereen vertellen over de grote wonderen van God. |
Je kent de wegen van de wind niet, je kent het kind dat in de moederschoot groeit niet, zo ken je ook de daden niet van God, die alles maakt. | Je weet niet in welke richting de wind gaat waaien. En je weet niet hoe een kind ontstaat in de buik van zijn moeder. Hoe weet je dan wat God doet, die alles gemaakt heeft? |
Dus: heb ontzag voor de HEER en dien Hem oprecht, met heel uw hart. U hebt immers zelf ervaren welke grootse daden Hij voor u heeft verricht. | Je moet eerbied hebben voor de Heer. Je moet eerlijk zijn tegen hem. En je moet hem trouw blijven en niet twijfelen. Want hij heeft bijzondere dingen voor jullie gedaan. |
Ook wil ik dat de vrouwen zich waardig, sober en ingetogen kleden. Ze moeten niet opvallen door een opzichtige haardracht, dure kleding, goud of parels, maar door goede daden, zoals gepast is voor vrouwen die zeggen dat ze God vereren. | De vrouwen moeten eenvoudige, nette kleding dragen. Ik wil niet dat ze de aandacht trekken met dure kleren, goud, parels of mooi gevlochten haren. Laat ze aandacht trekken met hun goede daden, zoals dat hoort bij gelovige vrouwen. |
Want Hij is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. | God heeft nieuwe mensen van ons gemaakt. Want door Jezus Christus zijn wij mensen geworden die goed leven. Dat was Gods bedoeling, daarvoor heeft hij ons bestemd. |
HEER, U bent mijn God. Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd, trouw en betrouwbaar. | Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. |
En wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel zondigt al vanaf het begin. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. | Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen. |
Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. | Niemand ziet hoe mensen van binnen zijn. Maar ik, de Heer, ken de mensen. Ik weet wat ze denken. Ik weet hoe slecht ze van binnen zijn, ik zie dat ze altijd het verkeerde willen. Ik beloon het goede en ik straf het kwade. Zo krijgt ieder mens wat hij verdient. |
Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. | Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. |
Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat Hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus. | God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. |
Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem. | Bedenk bij alles wat jullie doen en zeggen, dat jullie bij de Heer Jezus horen. En vraag hem steeds om God, de Vader, te danken namens jullie. |
Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. | Zo geweldig is Gods wijsheid! Zo bijzonder zijn Gods beslissingen! Voor mensen zijn ze onbegrijpelijk, ongelofelijk, onvoorstelbaar. |
Hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? | Maar door dit betere offer, het bloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein. Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom kon hij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaan had. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manier leven en de levende God dienen. |
Bijbeltekst van de dag
Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling.Willekeurige Bijbeltekst
Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten,zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg?
Zelfs al zou zij het vergeten,
Ik vergeet jou nooit.
Ik heb je in mijn handpalmen gegrift,
je muren staan Mij steeds voor ogen.Volgende tekst!Met afbeelding