Denk niet dat ik vrede kom brengen op aarde. Nee, ik breng geen vrede, maar vijandschap. | Jullie moeten niet denken dat Ik ben gekomen om vrede te brengen op de aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar strijd. |
Daarna dacht God, de Heer: Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past. | En de Heer God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen." |
Stop met de strijd, en weet dat de Heer God is. Hij heerst over alle volken, hij heerst overal op aarde. | Hij zegt: "Houd op! Want Ik ben God. Ik heers over de volken, Ik heers over de hele aarde." |
Laat dit goed tot je doordringen: de Heer wil jullie leren hoe je goed moet leven. Net zoals een vader dat leert aan zijn kinderen. | Geef dus met je hele hart toe dat de Heer God jullie opvoedt, zoals een man zijn kind opvoedt. |
Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. | We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. |
God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. | We weten dat God alles ten goede zal gebruiken voor de mensen die van Hem houden en die Hij volgens zijn plan geroepen heeft om bij Hem te horen. |
Geloof je dat je alles mag eten? Prima. Maar denk niet dat je beter bent dan iemand die geen vlees eet. Geloof je dat je geen onrein vlees mag eten? Prima. Maar zeg niet dat het verkeerd is als een ander dat wel doet. Want bij God zijn jullie allebei welkom. | Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. |
God zorgt ervoor dat alles op de juiste tijd gebeurt. En hij heeft de mensen geleerd om dat te begrijpen. Toch begrijpt een mens nooit helemaal wat God doet. | Maar Hij heeft het zó gemaakt, dat alles op zijn tijd goed is. Ook heeft Hij de mensen een besef van de eeuwigheid gegeven. Maar toch kunnen ze niets begrijpen van wat God vanaf het begin tot aan het einde heeft gedaan. |
Maar iemand die goed leeft en trouw is, zoekt het licht juist op. Dan wordt duidelijk dat hij dicht bij God leeft. | Maar mensen die leven zoals God het wil, gaan wel naar het licht toe. Want dan kan iedereen zien dat ze alles wat ze hebben gedaan, met God hebben gedaan. |
Ik beloof dat ik de mensen en de dieren nooit meer zal doden door een grote overstroming. Er zal nooit meer een overstroming komen die de hele aarde verwoest. | Met dat verbond beloof Ik dat Ik nooit meer alles wat op aarde leeft door een grote overstroming zal doden. Nooit meer zal een overstroming de hele aarde vernietigen. |
Dit weet ik zeker: als mijn aardse lichaam sterft, zal God mij een nieuw lichaam geven. Dat is een hemels lichaam, dat eeuwig en onsterfelijk is. | Want we weten dat we maar tijdelijk in dit lichaam wonen. Net zoals je maar tijdelijk woont in een tent. Die aardse tent (= ons lichaam) zal op een dag worden afgebroken. Maar daarna geeft God ons in de hemel een eeuwig huis, dat niet door mensen is gemaakt (= ons hemelse lichaam). |
Maar jullie moeten niet blij zijn omdat de geesten jullie gehoorzamen. Nee, jullie moeten blij zijn omdat het eeuwige leven voor jullie bestemd is. | Maar wees er niet blij over dat de duivelse geesten jullie gehoorzamen. Wees er liever blij over dat jullie naam staat opgeschreven in de hemel. |
Luister! Het goede nieuws dat ik jullie vroeger verteld heb, heb ik niet zelf bedacht. Ik heb het van anderen gehoord. En in de heilige boeken is er ook al over geschreven. Dit is het goede nieuws: Jezus Christus is voor ons gestorven, en daardoor worden onze zonden vergeven. Na zijn dood is hij begraven, maar drie dagen later is hij opgestaan uit de dood. Ook dat staat al in de heilige boeken. | Ik heb jullie het belangrijkste van het goede nieuws geleerd. En dat is: Christus is gestorven voor al onze ongehoorzaamheid aan God. Dat was ook van tevoren in de Boeken opgeschreven. Hij is begraven en op de derde dag weer uit de dood opgestaan. Ook dat was van tevoren in de Boeken opgeschreven. |
Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd. | Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. |
Ik ben bang, maar ik vertrouw op u. | Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U. |
En dat is niet het enige. We mogen er ook trots op zijn dat we het nu moeilijk hebben. Want door alle moeilijkheden leren we om vol te houden. En door vol te houden worden we sterk in ons geloof. En daardoor hebben we het vaste vertrouwen dat we eeuwig bij God zullen leven. | Maar dat is niet het enige. We zijn ook blij als we het moeilijk hebben. Want door moeilijkheden leren we om vol te houden. En doordat we leren volhouden, wordt onze geest sterk. En doordat onze geest sterk wordt, leren we om steeds meer op God te vertrouwen. |
De andere leerling ging nu ook het graf in. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij dat Jezus was opgestaan. In de heilige boeken stond al dat Jezus moest opstaan uit de dood. Maar dat hadden de leerlingen nog niet begrepen. | Toen ging ook de leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen. Door wat hij zag, geloofde hij Maria's verhaal. Want ze wisten nog niet dat in de Boeken staat dat Hij uit de dood zou opstaan. |
Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. | Het is fijner om uw wil te doen dan om heel erg rijk te zijn. |
Zorg liever dat er weer eerlijke rechters komen. Dat moet net zo gewoon zijn als dat er water door een rivier stroomt. | Wees liever eerlijk en rechtvaardig. Zorg voor eerlijke rechtspraak, rechtspraak waarop de mensen kunnen vertrouwen zoals je vertrouwt op een beek die nooit droogstaat. |
Alle profeten van vroeger hebben over Jezus verteld. Zij zeiden dat je zonden vergeven worden als je in hem gelooft. | Alle profeten hebben over Hem gesproken. Ze zeiden dat iedereen die in Hem gelooft, door Hem vergeving krijgt voor zijn ongehoorzaamheid aan God. |
Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn. | Wie heeft dat gedaan en wie liet dat gebeuren? Ik, de Heer, die de mensen vanaf het begin heb gemaakt. Ik, de Heer, die de Eerste en de Laatste ben en voor eeuwig Dezelfde. |
Jezus zei: ‘Dat zouden jullie moeten begrijpen! Alles wat je eet, gaat van buiten naar binnen. Dat is bekend. Het komt niet in je hart terecht, maar in je maag. En ten slotte verdwijnt het in het riool. Jullie snappen toch wel dat eten een mens niet onrein kan maken?’ Zo liet Jezus zien dat je alles mag eten. | Hij zei tegen hen: "Begrijpen jullie het dan óók niet? Begrijpen jullie niet dat alles wat je mond íngaat, je niet onrein kan maken? Want het komt niet in je hart, maar in je buik. En op een bepaalde plaats gaat het er ook weer uit." Zo zei Hij dus dat alle soorten eten rein zijn. |
Mensen die u willen dienen, mensen die bij u bescherming zoeken, die maakt u gelukkig. De hele wereld zal het zien! | Maar U heeft geweldige dingen klaarliggen voor de mensen die ontzag voor U hebben en die op U vertrouwen. Iedereen zal het zien! |
Wat zou ik het beste vinden? Dat kan ik niet zeggen, want ik wil het allebei. Het liefste wil ik sterven, zodat ik bij Christus zal zijn. Dat is natuurlijk het beste. Maar voor jullie is het beter dat ik nog blijf leven. | Alle twee zijn aantrekkelijk: ik wil graag uit dit leven vertrekken om bij Christus te kunnen zijn. Dat is voor mij het allerbeste. Maar nog blijven leven is beter voor júllie. |
Vrienden, ik heb jullie vroeger het goede nieuws van God verteld. Jullie hebben dat toen allemaal gehoord. En jullie geloven in die boodschap van God. Daarom zullen jullie door God gered worden. Maar alleen als jullie ook blijven geloven in die boodschap. Anders is alles voor niets geweest. | Broeders en zusters, ik wil jullie herinneren aan het goede nieuws dat ik jullie heb verteld. Jullie hebben het geloofd en het is de basis van jullie leven geworden. Jullie zijn door dat goede nieuws ook gered. Maar jullie moeten het wel precies zó blijven geloven als ik het jullie heb verteld. Anders zijn jullie voor niets tot geloof gekomen. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus keek hen aan...
God
De Heer, jullie God...
Leven
De Heer zal je...
Vertrouwen
Je moet op de...
Vreugde
En wees altijd blij!...
Wet
Vandaag zal ik jullie...
Bijbeltekst van de dag
Alleen bij hem ben ik veilig.Hij redt mij altijd,
hij beschermt me.
Er zal mij geen kwaad overkomen.