Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods. | Omdat God ons dit heeft beloofd, lieve broeders en zusters, moeten we niets doen wat slecht is voor ons lichaam of onze geest. Want dat past bij mensen die bij God horen en ontzag voor Hem hebben. |
Keer weder, Afkerigheid, Israël, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen. | Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven. |
En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. | Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. |
Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen. Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw. | Als je bescherming zoekt bij de Allerhoogste God, ben je helemaal veilig. Ik zeg tegen de Heer: "Bij U ben ik zo veilig als in een schuilplaats, zo veilig als in een burcht. U bent mijn God. Ik vertrouw op U." |
De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de heilige Geest. | Toen had de hele gemeente in Judea, Galilea en Samaria rust. De gemeente werd opgebouwd in het geloof en leefde in diep ontzag voor de Heer. En door de hulp van de Heilige Geest werd de gemeente steeds groter. |
Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. | Als je overwint, zul je witte kleren krijgen. En Ik zal je naam niet weghalen uit het Boek van het Leven. Maar Ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat je bij Mij hoort. |
Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. | Het is goed voor je als God je straft. Daarom moet je je er niet tegen verzetten. |
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. | Lúister niet alleen naar het woord, maar dóe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek. |
Want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid. | Want door het licht van Gods Geest groeien goedheid, eerlijkheid en waarheid. |
Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand tegen de heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. | Als iemand de Mensenzoon beledigt, dan zal God hem dat vergeven. Maar als iemand expres de Heilige Geest beledigt, dan zal God hem dat niet vergeven. Niet nu, in deze wereld, en niet later, in de wereld die nog komen gaat. |
Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren. | Laten de mensen die wel aldoor geleefd hebben zoals de Heer het wil, het uitroepen tot de Heer. Verlang naar rechtvaardigheid! Span je ervoor in! Misschien zal Hij hen op die dag redden! |
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op. | De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op." |
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. | Maar als je bij Jezus Christus hoort, word je niet meer veroordeeld. Want dan leef je op de manier die de Geest wil, en niet meer op de manier die je 'ik' wil. Want doordat jullie bij Hem horen, heeft 'de wet van de Geest' die levend maakt, jullie vrijgemaakt van 'de wet van het kwaad' die doodt. |
O, als ik niet had geloofd des Heren goedheid te zullen zien in het land der levenden! | Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? |
Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. | Hij houdt van rechtvaardigheid. Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is. |
Door het woord des Heren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer. | De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. |
Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. | Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. |
Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. | Bewaak je hart beter dan alle andere dingen. Want in je hart is de bron van het leven. |
Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. | Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. |
Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard. | De woorden van een goed mens zijn als zuiver zilver. Maar de gedachten van een slecht mens zijn weinig waard. |
Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels. | Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen. |
De naam des Heren is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar. | De Heer is als een sterke toren. Rechtvaardige mensen rennen daarheen en zijn veilig. |
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. | Voor goede mensen zal God goed zijn. Maar de woorden van slechte mensen zijn een bron van ellende. |
Gods weg is volmaakt; des Heren woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. | Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. |
Het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. | Maar Hij vernietigt de mensen die slechte dingen doen. Na hun dood worden ze door iedereen vergeten. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
God
De HERE, uw God...
Spreken
Dood en leven zijn...
Ontzag
De vreze des HEREN...
Beloften
Vrees niet, want Ik...
Bijbeltekst van de dag
Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen.Willekeurige Bijbeltekst
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,van Hem is mijn heil.Volgende tekst!Met afbeelding