Keer weder, Afkerigheid, Israël, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen.
Kom terug, ontrouw Israël – spreekt de HEER –,
dan zal Ik mijn woede laten varen,
want Ik ben trouw en liefdevol,
niet eeuwig duurt mijn toorn
– spreekt de HEER.
dan zal Ik mijn woede laten varen,
want Ik ben trouw en liefdevol,
niet eeuwig duurt mijn toorn
– spreekt de HEER.
De Heer zegt tegen jullie: ‘Ontrouw volk, kom bij me terug. Dan zal ik niet meer boos op jullie zijn. Ik ben een God van liefde, mijn woede duurt niet voor altijd.’
Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE,
Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken,
want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE,
Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig.
Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken,
want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE,
Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig.
Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven.
Gerelateerde onderwerpen
Barmhartigheid
Laten wij daarom met...
Boosheid
Geraakt gij in toorn...
Vergeving
Wie een overtreding bedekt...
Genade
Laten wij daarom met...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Hoop
Want Ik weet, welke...