Bijbelteksten over 'Woord'

«»

• In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
  Johannes 1:1GodWoord van God
• Want er is geen woord op mijn tong,
  of, zie, Here, Gij kent het volkomen.
  Psalm 139:4sprekenalmachtigbegrijpen
• Uw woord is een lamp voor mijn voet
  en een licht op mijn pad.
  Psalm 119:105Woord van Godlicht
• Hij zond zijn woord, Hij genas hen
  en deed hen aan de groeve ontkomen.
  Psalm 107:20genezingWoord van God
• Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.
  Johannes 1:3Woord van Godscheppingleven
• Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild,
  ik hoop op uw woord.
  Psalm 119:114hoopWoord van Godbescherming
• Ik verwacht de Here,
  mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord.
  Psalm 130:5hoopWoord van Godziel
• Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?
  Als hij dat houdt naar uw woord.
  Psalm 119:9heiligheidWoord van Godtoerusting
• Door het woord des Heren zijn de hemelen gemaakt,
  door de adem van zijn mond al hun heer.
  Psalm 33:6scheppingsprekenhemel
• Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
  Jesaja 40:8betrouwbaarheidGodWoord van God
• Kommer in het hart van de mens buigt het neder,
  maar een goed woord verblijdt het.
  Spreuken 12:25sprekenpiekerenhart
• En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.
  Efeziërs 6:17reddingGeestWoord van God
• Want des Heren woord is waarachtig,
  al zijn werk geschiedt in trouw.
  Psalm 33:4betrouwbaarheidWoord van Godwaarheid
• De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar.
  Matteüs 13:22Woord van Godpiekerengeld
• Op God, wiens woord ik prijs.
  Op God vertrouw ik, ik vrees niet;
  wat zou vlees mij aandoen?
  Psalm 56:5vertrouwenangstWoord van God
• Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren.
  Lucas 11:28Woord van Godlevenluisteren
• Ik berg uw woord in mijn hart,
  opdat ik tegen U niet zondige.
  Psalm 119:11Woord van Godhartzonde
• Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
  Matteüs 4:4voedselWoord van Godluisteren
• Alle woord Gods is gelouterd;
  hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild.
  Spreuken 30:5waarheidWoord van Godbescherming
• Heel uw woord is de waarheid,
  al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig.
  Psalm 119:160betrouwbaarheidwetWoord van God
• Als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.
  1 Petrus 1:23wedergeboorteWoord van God
• Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels.
  Matteüs 12:36sprekenveroordeling
• Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft,
  en hoe goed is een woord op zijn tijd!
  Spreuken 15:23sprekenvreugde
• Gods weg is volmaakt;
  des Heren woord is zuiver.
  Hij is een schild voor allen
  die bij Hem schuilen.
  Psalm 18:31volmaaktheidWoord van Godbescherming
• Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen.
  Lucas 1:37wonderenoverwinnenalmachtig