Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. | Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. |
Maar ik doe maar één ding: ik vergeet wat voorbij is en strek mij uit naar wat nog komen gaat. Ik span mij tot het uiterste in om mijn doel te bereiken. Dat doel is: het winnen van de hemelse prijs die God mij in Jezus Christus zal geven. Ik zal die prijs krijgen als ik de taak af heb die Hij mij heeft gegeven. | Maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus. |
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. | Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. |
Want voor God is niets onmogelijk. | Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. |
Er is voor alle dingen een moment en voor alle dingen onder de hemel is er een tijd. | Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel. |
Israël, luister. Jullie Heer God vraagt één ding van jullie: dat jullie diep ontzag voor Hem hebben. Hij wil dat jullie doen wat Hij zegt en van Hem houden. Dien de Heer God met je hele hart en met je hele ziel. Houd je aan de wetten en leefregels van de Heer die ik jullie nu geef. Want dan zal het goed met jullie gaan. | Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede? |
Want ik weet dat mijn Redder leeft. Uiteindelijk zal Hij mij uit het stof optillen, zodat alles weer goed komt. | Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. |
Maar als Ik iets ga doen, doe Ik dat nooit onverwachts. Altijd maak Ik mijn plannen eerst aan mijn profeten bekend. | Voorzeker, de Heere HEERE doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten. |
Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles. Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus. | Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. |
Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." | Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. |
Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. | Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. |
God is in jullie een goed werk begonnen. En ik weet zeker dat Hij dat werk ook zal afmaken. Hij zal met jullie bezig blijven, totdat Jezus Christus terugkomt. | Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. |
Laat je dus door niemand nog regels opleggen over wat jullie wel of niet mogen eten en drinken, of welke feestdagen jullie moeten vieren. Want die dingen zijn een afbeelding en een schaduw van de werkelijke dingen die nog zouden komen in Christus. | Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus. |
God heeft mij de taak gegeven om jullie geloof op te bouwen. Daarom zeg ik tegen jullie allemaal: vind jezelf niet belangrijker dan je bent. Wees bescheiden. Gedraag je op een manier die past bij de hoeveelheid geloof die God jou op dit moment heeft gegeven. Die hoeveelheid is bij iedereen verschillend. | Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. |
Maar dan moeten we niet letten op de zichtbare dingen, maar op de onzichtbare dingen. Want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, maar de onzichtbare dingen zijn eeuwig. | Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig. |
Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. | Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. |
Ga je wassen, zorg dat je schoon wordt! Zorg dat Ik geen slechte dingen meer zie! Stop met de slechte dingen die jullie doen! | Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen. |
Want iedereen die uit God geboren is, overwint de dingen van de wereld. We overwinnen de dingen van de wereld door ons geloof. | Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. |
Luister goed! Ik zeg jullie: iedereen die in Mij gelooft, zal dezelfde dingen doen als Ik. Hij zal zelfs nog geweldiger dingen doen. | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. |
Zeg geen grove dingen meer. Zeg liever iets goeds. Iets wat nuttig is en de andere mensen opbouwt. Dingen waar de mensen iets aan hebben. | Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. |
Ik kan alle dingen aan, dankzij Christus die mij kracht geeft. | Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft. |
Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. | Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. |
Zorg er dan voor dat je geen verkeerde dingen zegt. Vertel geen leugens. | Behoed je tong voor het kwaad en je lippen voor het spreken van bedrog. |
Bewaak je hart beter dan alle andere dingen. Want in je hart is de bron van het leven. | Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. |
Zing voor de Heer, want Hij heeft geweldige dingen gedaan! De hele wereld moet het weten. | Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan. Laat dit bekend worden over heel de aarde! |