Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. | Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. |
Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en voor God verschijnen? | Ik heb dorst naar U, de levende God. Wanneer zal ik weer bij U komen? Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan? |
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ | Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de eerste dingen zijn voorbij." |
Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? | Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Alleen Hij is de rots onder onze voeten. |
Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? | Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Hij is de rots onder onze voeten. |
Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. | Iedereen die door Gods Geest wordt geleid, is een kind van God. |
Maar u, geliefde broeders en zusters, moet uw leven bouwen op het fundament van uw zeer heilige geloof. Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest, houd vast aan Gods liefde, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, die u het eeuwige leven zal schenken. | Maar jullie, lieve broeders en zusters, moeten ervoor zorgen dat jullie groeien in je allerheiligst geloof. Dat doe je door je bij het bidden te laten leiden door de Heilige Geest. Blijf leven vanuit Gods liefde die in jullie is. En blijf vertrouwen op de liefdevolle goedheid van onze Heer Jezus Christus. Hij zal jullie het eeuwige leven geven. |
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. | In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. |
Behoed mij, God, ik schuil bij u. | Bescherm mij, God, want ik vertrouw op U. |
Want voor God is niets onmogelijk. | Want voor God is niets onmogelijk. |
Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. | God zal mijn eer redden. Hij is de rots onder mijn voeten. Bij Hem ben ik veilig. |
Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. | Zo zijn wij dus Gods medewerkers. En jullie zijn Gods akker waarop Híj werkt. Je zou ook kunnen zeggen: Jullie zijn Gods gebouw. |
Geen is er heilig als de HEER, er is geen andere god dan U, geen rots is er als onze God. | Niemand is zo heilig als de Heer. Geen enkele god is als U. U bent de rots op wie we altijd kunnen vertrouwen. Niemand is als U. |
God beloont ieder mens naar zijn daden. | Op die dag zal God ieder mens geven wat hij heeft verdiend. |
U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? | Vergeet niet dat jullie de tempel van God zijn. In die tempel woont Gods Geest. |
Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. | Lieve broeders en zusters, laten we van elkaar houden. Want de liefde komt van God. Als je van de broeders en zusters houdt, ben je uit God geboren en ken je God. |
Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. | Want er is maar één God en er is ook maar één persoon die voor de mensen opkomt bij God: de mens Jezus Christus. |
God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht. | En God zei: "Ik wil dat er licht is!" Toen was er licht. |
Op God, wiens woord ik prijs, op God vertrouw ik, angst ken ik niet, wat kan een sterveling mij aandoen? | Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? |
Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten. | Het offer waar U naar verlangt, is, dat ik werkelijk spijt heb van wat ik heb gedaan. U stuurt nooit iemand weg die werkelijk spijt heeft. |
Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ | Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God. Want bij God zijn alle dingen mogelijk." |
Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. | En nu heeft God aan óns zijn plan bekend gemaakt door zijn Geest. Want Gods Geest weet alles. Hij weet ook de diepste gedachten en plannen van God. |
Onze God is in de hemel, Hij doet wat Hem behaagt. | Onze God is in de hemel. Wat Híj wil, gebeurt. |
Sta op, HEER, hef uw hand, God, vergeet de armen niet. | Kom Heer! God, doe er iets aan! Denk alstublieft aan de arme mensen! |
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. | Jezus zei: "Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij." |