De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer." | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ |
Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je. | De Heer leidt mensen die trouw zijn aan hem, zodat ze weten wat ze moeten doen. |
Ik bid dat onze Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn. | Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. |
Halleluja! Prijs de Heer! Het is heerlijk voor je als je diep ontzag voor de Heer hebt. Het is heerlijk als je Hem van harte gehoorzaamt. | Gelukkig zijn mensen die trouw zijn aan de Heer en willen leven volgens zijn wetten. |
Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." | De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. |
Want de Heer geeft wijsheid. Alles wat Hij zegt, is wijs en verstandig. | De Heer geeft wijsheid. Zijn woorden geven kennis en inzicht. |
Als iemand Hem werkelijk om hulp roept, komt de Heer hem helpen. | De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen, dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen. |
Overleg alles wat je doet met de Heer. Dan zullen al je plannen slagen. | Vertrouw op de Heer bij alles wat je doet. Dan zullen al je plannen slagen. |
Prijs de Heer, aanbid Hem! Vertel de volken over wat Hij heeft gedaan. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
Jullie noemen Mij 'Meester' en 'Heer.' Dat is goed, want dat BEN IK ook. | Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik. |
Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. | Ten slotte nog dit: Blijf op de Heer vertrouwen. Hij zal jullie steunen met zijn grote macht. |
De Heer redt de mensen die Hem dienen. Mensen die op Hem vertrouwen, zullen veilig zijn. | Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. |
Wees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nóg een keer: wees blij! | Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. |
Word niet lui in het dienen van de Heer, maar dien Hem vol vuur. | Doe dat met heel je hart, laat de heilige Geest in je werken, en dien God, de Heer. |
De zegen van de Heer maakt rijk. Hij voegt er geen verdriet aan toe. | Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. |
Jesaja zegt: Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is. | Volk van Israël! Zoek de Heer, want nu kun je hem nog vinden. Roep de Heer, hij is niet ver weg. |
Filippus zei tegen Hem: "Heer, laat ons de Vader zien. Dan zijn we tevreden." | Filippus zei: ‘Heer, laat ons de Vader zien! Dat is voor ons voldoende.’ |
Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. | Blijf opletten! Want jullie weten niet wanneer jullie Heer zal komen. |
Mensen maken allerlei plannen. Maar wat de Heer van plan is, gebeurt. | Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. |
Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. | Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. |
Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. | Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. |
Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. | Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. |
U bent voor mij als een lamp, Heer, want U brengt licht in mijn duisternis. | Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. |
De Heer zal voor jullie strijden. Wees maar rustig, jullie hoeven zelf niets te doen. | En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten. |
Heer, bescherm mij alstublieft altijd, omdat U liefdevol bent en trouw. | Heer, u zult bij mij zijn met uw liefde, uw liefde en uw trouw zullen mij altijd beschermen. |