Zoek je geluk bij de Heer, want hij zal je alles geven wat je vraagt. | Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem. Dan zal Hij je geven wat je van Hem vraagt. |
De Heer is bij mij, daarom ben ik niet bang. Mensen kunnen me geen kwaad doen. | De Heer zorgt voor mij. Ik hoef niet bang te zijn. Wat zouden mensen me kunnen aandoen? |
Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. | Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. |
Als wij leven, leven wij voor de Heer. En als wij sterven, sterven wij voor de Heer. Wij horen bij onze Heer Jezus Christus, in heel ons leven en ook als we sterven. | Want als we leven, leven we voor de Heer. En als we sterven, sterven we voor de Heer. Of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. |
De Heer beslist over arm en rijk. Aan sommige mensen geeft hij macht, maar anderen vernedert hij. | De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk. Sommige mensen vernedert Hij, andere eert Hij juist. |
Mensen die mij Heer noemen, komen niet vanzelf in Gods nieuwe wereld. Daar komen alleen de mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil. | Niet iedereen die tegen Mij zegt: 'Heer, Heer,' zal het Koninkrijk van God binnengaan. Alleen de mensen die mijn hemelse Vader willen gehoorzamen, mogen binnen komen. |
Later zullen jullie het helemaal begrijpen. Dat zal gebeuren als de heilige Geest komt. De Vader zal hem als helper naar jullie toe sturen. Dat doet hij voor mij. De heilige Geest zal jullie herinneren aan alles wat ik tegen jullie gezegd heb. En hij zal ervoor zorgen dat jullie het begrijpen. | Omdat jullie bij Mij horen, zal de Vader jullie straks de Helper sturen. Hij is de Heilige Geest. Hij zal jullie alles leren en alles helpen herinneren wat Ik tegen jullie heb gezegd. |
Je kunt beter hulp zoeken bij de Heer dan vertrouwen op mensen. | Het is beter om bij de Heer te schuilen, dan op mensen te vertrouwen. |
Ten slotte nog dit: Blijf op de Heer vertrouwen. Hij zal jullie steunen met zijn grote macht. | Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. |
Nadat Job voor zijn vrienden gebeden had, liet de Heer een nieuwe tijd voor Job beginnen. Toen ging het veel beter met hem. De Heer gaf hem zelfs twee keer zo veel bezit als vroeger. | Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, zorgde de Heer ervoor dat het weer goed ging met Job. Hij gaf hem het dubbele van wat hij vroeger had gehad. |
De Heer heeft liever dat je goed en eerlijk leeft, dan dat je offers aan hem brengt. | Van eerlijkheid en rechtvaardigheid geniet de Heer meer dan van offers. |
Er is geen andere God dan de Heer. Alleen bij hem ben ik veilig. | Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Hij is de rots onder onze voeten. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Ga naar de Heer en vraag Hem om zijn kracht. Verlang er altijd naar om dicht bij Hem te zijn. |
Heer, ik wil u danken, overal op aarde wil ik voor u zingen. | Ik zal U prijzen en voor U zingen. De landen en volken zullen het horen. |
Er is er maar één op wie we trots moeten zijn: de Heer. Iemand kan wel over zichzelf zeggen: ‘Ik werk voor de Heer.’ Maar dat zegt nog niets. Dat weet je pas zeker, als de Heer zelf laat zien dat iemand voor hem werkt. | In de Boeken staat: "Als iemand wil opscheppen, laat hij dan opscheppen over wat de Heer heeft gedaan en niet over zichzelf." Als iemand trots op zichzelf is, betekent dat niets. Het gaat erom dat de Heer trots op je moet kunnen zijn. |
Jullie die vertrouwen op de Heer, wees sterk en moedig! | Als je op de Heer vertrouwt, hoef je nooit wanhopig te zijn. |
Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. | Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. |
Filippus zei: ‘Heer, laat ons de Vader zien! Dat is voor ons voldoende.’ | Filippus zei tegen Hem: "Heer, laat ons de Vader zien. Dan zijn we tevreden." |
Voordat ik mijn mond opendoe, weet u al wat ik wil zeggen. | U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. |
De Heer is heel sterk. Hij is geduldig, hij straft niet snel. Maar als mensen schuldig zijn, worden ze gestraft. Overal waar de Heer komt, begint het te stormen. Waar hij loopt, ontstaan wolken. | De Heer is heel geduldig, maar ook heel machtig. Hij laat geen kwaad ongestraft. Waar Hij gaat, stormt een orkaan. De wolken zijn het stof rond zijn voeten. |
Gelukkig zijn mensen die bescherming zoeken bij de Heer. Zij zullen zien hoe goed hij is. | Probeer maar hoe goed de Heer is! Het is heerlijk voor je als je op Hem vertrouwt. |
De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. | Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." |
De Heer luistert als mensen om hulp roepen. Hij redt hen uit alle gevaar. De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, hij helpt mensen die de moed verliezen. | Als de mensen die leven zoals de Heer het wil tot Hem om hulp roepen, dan luistert de Heer. Hij redt hen uit al hun moeilijkheden. Hij is dicht bij mensen die wanhopig zijn. Hij redt de mensen die alle hoop hebben opgegeven. |
Heer, u bent machtig. Laat iedereen voor u zingen, want uw macht is oneindig groot. | U bent geweldig. U verdient het te worden geprezen. U bent zó machtig, het is niet te begrijpen. |
En de heilige Geest maakt mensen vrij, zodat ze alles kunnen begrijpen. | De Heer is de Geest. En waar de Geest van de Heer is, is vrijheid. |