Stop dus met het doen van slechte dingen! Want anders zal het slecht met jullie aflopen! | Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden. |
U bent geweldig. U verdient het te worden geprezen. U bent zó machtig, het is niet te begrijpen. | De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. |
Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. | Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. |
Jullie moeten gaan leven zoals God het wil. Want het Koninkrijk van God zal nu heel gauw komen! | Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. |
Het is heerlijk voor je als je leeft zoals de Heer het wil, als je leeft volgens de wet van God. | Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. |
Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! | Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond, en hoe goed is een woord op zijn tijd! |
Dan vraag ik mij af: "Hoe kan het dat U aan de mens denkt? Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt?" | Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet? |
Een dwaas laat het onmiddellijk merken als hij kwaad is. Maar een verstandig mens verbergt het. | De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. |
En het goede nieuws van het Koninkrijk moet aan de hele wereld worden verteld. Alle volken moeten weten wat Ik heb gedaan. Pas dan zal het einde komen. | En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. |
Mensen die leven zoals God het wil, zaaien als het ware vrede. Daardoor zullen ze ook vrede oogsten. | En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten. |
Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U. | Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven. |
Want de Heer geniet van zijn volk. Hij zorgt dat het goed gaat met de mensen die leven zoals Hij het wil. | Want de HEERE is Zijn volk goedgezind, Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil. |
U wijst me de weg naar het leven. Het is heerlijk om dicht bij U te zijn. U bent voor altijd een goede God! | U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd. |
Het eert mijn Vader als er veel vrucht aan jullie groeit. Het laat zien dat jullie mijn leerlingen zijn. | Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. |
Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. | Geef ons heden ons dagelijks brood. |
Vertel de mensen het woord. Dring bij ze aan, of het jou nu goed uitkomt of niet. Leg de mensen uit wat ze verkeerd doen. Voed hen met veel geduld op in het geloof. | Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. |
Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. | En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord. |
Naar wijsheid verlangen is het begin van alle wijsheid. Van alles wat je hebt, is wijsheid het belangrijkste. | Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! |
Als de Heer het huis niet bouwt, heeft het geen zin dat de bouwers hard zwoegen. Als de Heer de stad niet beschermt, heeft het geen zin dat de wachtposten de stad bewaken. | Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. |
Eerst heerste het kwaad, en het kwaad bracht ons de dood. Maar nu heerst de liefdevolle goedheid van God. Die brengt ons het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus. | Opdat, evenals de zonde geregeerd heeft tot de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere. |
Wie het nieuws gelooft en zich laat dopen, zal worden gered. Maar wie het niet gelooft, zal worden veroordeeld. | Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. |
Want ik schaam mij niet voor het goede nieuws van Christus. Want het goede nieuws is de kracht van God: iedereen die het gelooft, wordt erdoor gered. Het goede nieuws is op de eerste plaats voor de Joden, maar ook voor de andere volken. | Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. |
Doe je uiterste best voor het geloof. Grijp het eeuwige leven. Want daarvoor ben je geroepen en daarvoor heb je tegen heel veel mensen duidelijk over het geloof gesproken. | Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. |
En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. |
Het is heerlijk voor je om diep ontzag voor God te hebben. Het is heerlijk voor je als je Hem in alles gehoorzaamt. | Welzalig is eenieder die de HEERE vreest, die in Zijn wegen gaat. |