Laat de hemelse rijkdom het allerbelangrijkste voor je zijn. | Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. |
Jezus keek hen aan en zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af. En voor God is alles mogelijk.’ | Jezus zag hen aan en zeide: Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk bij God. |
Hij doet onze schuld ver weg, zo ver als het westen is van het oosten. Want zijn liefde voor ons is groot, zo groot als de hele wereld. | Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. |
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, was het bloed van je handen, stop met al die misdaden. Ik kan er niet meer tegen. Maak een eind aan het kwaad.’ | Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen. |
Onderzoek alle dingen, en kijk of iets goed of slecht is. Ga dan verder met het goede, en houd je niet bezig met het slechte. | Maar toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad. |
Luister! Gewoon brood verdwijnt als je het opeet. Maar het hemelse brood geeft eeuwig leven. Doe je uiterste best om dat brood te krijgen. De Mensenzoon kan het je geven. Want God, de Vader, heeft hem die macht gegeven. | Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt. |
Maar iedereen die volhoudt tot het einde, die zal gered worden. | Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. |
U wilt dat ik verdriet en spijt heb, dat is het offer dat u wilt. | De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. |
Want iedereen die een kind van God is, kan het kwaad van deze wereld overwinnen. We overwinnen het kwaad door ons geloof in Jezus Christus. | Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. |
Jezus zei tegen de mensen: ‘Vind je het moeilijk om te doen wat God wil? Is het een te zware eis voor je? Kom dan bij mij. Ik zal je rust geven.’ | Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. |
Iedereen die verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven. Maar wie niet verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven niet. | Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. |
Maar als we leven in het licht, net zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden. Onze zonden worden dan vergeven. En we worden helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven is. | Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. |
Weer anderen lijken op het zaad dat tussen het onkruid valt. Die mensen hebben het nieuws gehoord, maar ze doen er niets mee. Want ze maken zich zorgen over de dagelijkse dingen. Ze willen rijk worden. Dat vinden ze belangrijker. | De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. |
Wat is het leven goed en mooi als mensen in liefde met elkaar leven! | Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen. |
Vertrouw op hem als het leven zwaar is, want hij zal voor je zorgen. | Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. |
Blijf strijden voor het geloof! Zorg dat je het eeuwige leven krijgt, waarvoor God je uitgekozen heeft. Denk aan wat je beloofd hebt: dat je alles overhebt voor het geloof. Alle christenen waren erbij toen je dat hardop beloofde. | Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. |
Al het goede dat wij krijgen, elk volmaakt geschenk, komt van God. Dat zal altijd zo zijn, want God verandert niet. Het licht van de zon en van de maan verandert voortdurend. Maar God, die het licht gemaakt heeft, blijft altijd dezelfde. | Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. |
In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en hij was zelf God. | In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. |
Zeg geen slechte, negatieve dingen over mensen. Maar zeg, als het nodig is, dingen die het geloof van anderen sterker maken. Zeg iets dat mensen goeddoet. | Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. |
God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. | Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? |
Daarom denk ik dat het voor een mens het beste is om te genieten. Ook al duurt het leven dat God hem geeft, maar kort. Laat hij maar eten en drinken. Laat hij maar genieten van alles wat hij bezit. Hij heeft er altijd hard voor gewerkt. | Zie, wat ik als goed heb opgemerkt, is dit: dat het voortreffelijk is te eten en te drinken en het goede te genieten bij al het zwoegen, waarmee iemand zich aftobt onder de zon gedurende de weinige dagen van zijn leven, die God hem schenkt, want dit is zijn deel. |
Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. | Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. |
Ik dank de Heer, ik dank de heilige Heer vanuit het diepst van mijn hart. | Loof de Here, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam. |
Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. | Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. |
Maar nu moet jij namens mij tegen het volk zeggen: ‘Ik ben de machtige Heer. Jullie moeten weer gaan leven zoals ik het wil. Dan zal ik bij jullie terugkomen.’ | Bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren, zegt de Here der heerscharen. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
Hij is de redder...
Offer
Het grootste bewijs van...
Geld
Leef niet alleen voor...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
Reiniging
Vrienden, die dingen heeft...