Bijbelteksten over 'Iemand'
Vraagt iemand iets van u, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug. | Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. |
Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren. | Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren. |
Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft. | Zoals een opengebroken stad zonder muur, zo is een man die zijn geest niet in bedwang houdt. |
Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God. | Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God. |
Of zal iemand op gloeiende kolen lopen, zonder dat zijn voeten verbranden? | Als iemand op gloeiende kolen loopt, zullen dan zijn voeten niet verbranden? |
Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! | Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u. |
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood. | Er is soms een weg die iemand recht schijnt, maar het einde ervan zijn wegen van de dood. |
Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. |
Kan iemand er één overweldigen, twee zullen tegenover hem kunnen standhouden; en een drievoudig snoer wordt niet spoedig verbroken. | En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken. |
Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. | Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. |
Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand tegen de heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. | En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet vergeven worden, niet in deze eeuw, en ook niet in de komende. |
Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen? | Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden? |
Want niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven – maar misschien heeft iemand nog de moed voor een goede te sterven – God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. | Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven. God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. |
Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. | Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. |
Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd! | Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond, en hoe goed is een woord op zijn tijd! |
Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien? luidt het woord des Heren. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? luidt het woord des Heren. | Zou iemand zich op verborgen plaatsen kunnen verbergen en zou Ík hem niet zien? spreekt de HEERE. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? spreekt de HEERE. |
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. | Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij. |
En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve. | En wanneer u staat te bidden, vergeef als u tegen iemand iets hebt, opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw overtredingen vergeeft. |
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. | Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. |
Hij zeide tot allen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij. | Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. |
Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos. | Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos. |
Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben. | Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? |
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! | En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. |
Want in veel wijsheid ligt veel verdriet, en als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart. | Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed. |
En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar. | En Hij ging zitten, riep de twaalf en zei tegen hen: Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen zijn en een dienaar van allen. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus zag hen aan...
Vader
Gelijk zich een vader...
Zonde
Of weet gij niet...
God
De HERE, uw God...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...