En als je gaat bidden en je bent nog boos op iemand, vergeef hem dan eerst. Want dan vergeeft je hemelse Vader jou ook. | En wanneer u staat te bidden, vergeef als u tegen iemand iets hebt, opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw overtredingen vergeeft. |
En Hij zei tegen de mensen: "Let goed op dat je niet hebzuchtig bent. Want ook als je alles hebt wat je hebben wil, betekent dat niet dat je ook je leven bezit. Je leven is niet van jezelf." | En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. |
Maak dus geen ruzie en zorg dat je gezond blijft. Bedenk dat je jeugd voorbijgaat: het is maar lucht. | Weer dus de wrevel uit uw hart, en doe het kwade weg uit uw lichaam. De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht. |
Jezus zei: "Als iemand verkeerd tegen je heeft gedaan, ga dan naar hem toe en praat met hem onder vier ogen. Als hij naar je luistert, heb je hem gered." | Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. |
Geniet dus maar van je eten en drinken en wees vrolijk. Want dan doe je wat God heeft bedoeld. | Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken. |
Ik blaas al je ongehoorzaamheid weg als mist, als een wolk. Kom weer bij Mij terug, want Ik heb je gered. | Ik delg uw overtredingen uit als een nevel, en uw zonden als een wolk. Keer tot Mij terug, want Ik heb u verlost. |
Als je eerlijk leeft, hoef je nergens bang voor te zijn. Maar als je liegt en bedriegt, zul je uiteindelijk gestraft worden. | Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg, maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. |
Als je heel erg lang op iets blijft hopen, word je treurig. Maar als je krijgt waar je naar hebt verlangd, geeft dat nieuw leven. | Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens. |
Als je zegt dat je van God houdt, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan ben je een leugenaar. Want als je niet houdt van je broeder of zuster die je kunt zien, hoe kun je dan houden van God die je niet kunt zien? | Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? |
Denk aan je Maker zolang je nog jong bent. Denk aan Hem vóórdat de tijden komen dat je niet meer van het leven genieten kan. | Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in. |
Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.' | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. |
Als je bang bent voor wat mensen van je vinden, zet je een val op voor jezelf. Maar als je op de Heer vertrouwt, kan niemand je iets doen. | Mensenvrees legt iemand een valstrik, maar wie op de HEERE vertrouwt, wordt in een veilige vesting gezet. |
Als je hard werkt, levert dat altijd iets op. Maar als je alleen mooie praatjes hebt, word je arm. | Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek. |
Van diep ontzag voor de Heer word je wijs. Als je bescheiden bent, zul je worden geprezen. | De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid, en nederigheid gaat vooraf aan eer. |
Je Heer God woont bij je. Hij is de held die jou bevrijdt. Hij zal van vreugde over je zingen. Uit liefde zal Hij zwijgen over alles wat je verkeerd hebt gedaan. Hij zal over je juichen van blijdschap. | De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. |
Maak je nergens zorgen over. Niet of je wel te eten zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleding? | Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
Ga je wassen, zorg dat je schoon wordt! Zorg dat Ik geen slechte dingen meer zie! Stop met de slechte dingen die jullie doen! | Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen. |
Als je fouten vergeeft, bewaar je de vriendschap. Maar als je er steeds weer over begint, maak je zelfs goede vriendschappen kapot. | Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Het is heerlijk voor je als de mensen je haten omdat je in de Mensenzoon gelooft. Wees er blij over als ze niet met je willen omgaan, je uitschelden en lelijke dingen van je zeggen die niet waar zijn. | Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen. |
Hij beschermt je onder zijn vleugels. Bij Hem ben je veilig. Zijn trouw beschermt je als een schild, als een pantser. | Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. |
Het is heerlijk voor je als de mensen je uitschelden, belachelijk maken, vervolgen en allerlei leugens over je vertellen omdat je in Mij gelooft. | Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. |
Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je. | De voetstappen van die man worden door de HEERE vastgezet, Hij vindt vreugde in zijn weg. |
Slechtheid levert schatten op waar je niets aan hebt. Maar als je goed bent, redt dat je leven. | Schatten aan goddeloosheid baten niet, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Jullie zien wél dat er een splinter zit in het oog van iemand anders. Maar jullie merken helemaal niet dat er een hele balk in je eigen oog zit! | Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? |
Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. | Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. |