Bijbelteksten over 'Kind'
Maar de Heer zegt: ‘Jeruzalem, ik heb je naam in mijn hart bewaard. Ik zal altijd aan je denken. Een moeder zorgt toch ook goed voor het kind dat ze in haar buik gedragen heeft? Ze vergeet haar kind nooit. En zelfs al zou een moeder haar kind vergeten, ik zal jou nooit vergeten!’ | Maar kan een vrouw haar baby vergeten? Zou ze niet meer voor haar eigen kind zorgen? Maar zelfs als zíj haar kind zou kunnen vergeten, Ík zal jou nooit vergeten, Jeruzalem! Kijk, Ik heb je naam in mijn handen geschreven. Ik let aldoor op je veiligheid. |
Toen Jozef en Maria in Betlehem waren, werd het kind geboren. Het was Maria’s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek, en legde hem in een voerbak voor de dieren. Want er was voor hen nergens plaats om te slapen. | Toen ze daar waren aangekomen, werd het kind geboren. Het was haar eerste kind, een zoon. Maria wikkelde Hem in een doek en legde Hem in een voerbak van de dieren. Want in de herberg was voor hen geen plaats. |
Er is een kind geboren, we hebben weer een koning. Hij zal over ons regeren. En zo zullen de mensen hem noemen: Wijze Bestuurder, Sterke God, Vader voor Altijd, Koning van de Vrede. | Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. |
Je weet niet in welke richting de wind gaat waaien. En je weet niet hoe een kind ontstaat in de buik van zijn moeder. Hoe weet je dan wat God doet, die alles gemaakt heeft? | Je weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat. En je weet niet hoe een kind groeit in de buik van zijn moeder. Zo weet je ook niet wat God aan het doen is. |
De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal bij je komen. En door de kracht van de allerhoogste God zul je zwanger worden. Daarom zal jouw kind bij God horen, en zal hij Zoon van God genoemd worden.’ | De engel zei: "De Heilige Geest zal bij je komen. De kracht van de Allerhoogste God zal over je komen. Daardoor zal er een heilig kind in je ontstaan. Hij zal daarom 'Zoon van God' worden genoemd." |
Toen zei hij: ‘Als je bij mij hoort, dan moet je juist voor de minst belangrijke mensen aandacht hebben. Zoals voor zo’n kind. Want wat je voor de minst belangrijke mensen doet, dat doe je voor mij. En wat je voor mij doet, dat doe je ook voor God, die mij gestuurd heeft. Weet je wie van jullie echt belangrijk is? Dat is degene die zichzelf het minst belangrijk vindt.’ | Als je gastvrij bent voor een kind omdat je Mij gelooft, ben je eigenlijk gastvrij voor Mij. En als je gastvrij bent voor Mij, ben je ook gastvrij voor Hem die Mij heeft gestuurd. Want als je jezelf onbelangrijk vindt en een ander dient, ben je het belangrijkst. |
Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. | Lieve broeders en zusters, laten we van elkaar houden. Want de liefde komt van God. Als je van de broeders en zusters houdt, ben je uit God geboren en ken je God. |
De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. | U wil God niet om een teken vragen. Daarom zal de Heer u ongevraagd een teken geven: het meisje dat nog maagd is, zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Ze zal hem Immanuël (= 'God met ons') noemen. |
Toen kreeg Jozef een droom. In die droom zag hij een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, nakomeling van David, luister! Je kunt rustig met Maria trouwen. Want het kind dat zij verwacht, is van de heilige Geest.’ | Toen hij dat besloten had, kwam er in een droom een engel van de Heer God naar hem toe. De engel zei: "Jozef, zoon van David, trouw gerust met Maria. Want haar kind is ontstaan door de Heilige Geest." |
Want iedereen die een kind van God is, kan het kwaad van deze wereld overwinnen. We overwinnen het kwaad door ons geloof in Jezus Christus. | Want iedereen die uit God geboren is, overwint de dingen van de wereld. We overwinnen de dingen van de wereld door ons geloof. |
Timoteüs, mijn zoon, vertrouw erop dat Jezus Christus goed voor je is. | Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. |
Laat dit goed tot je doordringen: de Heer wil jullie leren hoe je goed moet leven. Net zoals een vader dat leert aan zijn kinderen. | Geef dus met je hele hart toe dat de Heer God jullie opvoedt, zoals een man zijn kind opvoedt. |
Als we ons laten leiden door Gods Geest, dan zijn we Gods kinderen. | Iedereen die door Gods Geest wordt geleid, is een kind van God. |
Abrahams vrouw Sara kon geen kinderen krijgen en Abraham was al oud. Maar omdat Abraham een groot geloof had, kon hij toch vader worden. Want God had hem nakomelingen beloofd, en Abraham vertrouwde op God. | Doordat Sara God geloofde, kreeg ze kracht om een kind te krijgen, ook al was ze daar al veel te oud voor. Want ze geloofde dat God hun het kind zou geven dat Hij aan hen had beloofd. |
Wijze kinderen geven hun ouders vreugde, maar dwaze kinderen doen hun ouders verdriet. | Een wijze zoon maakt zijn ouders blij. Maar over een dwaze zoon hebben ze veel verdriet. |
Leer jonge kinderen al om goed te leven. Dan zullen ze later ook een goed leven leiden. | Leer je kinderen al vanaf jonge leeftijd hoe ze moeten leven. Wanneer ze volwassen zijn geworden, zullen ze op dezelfde weg verdergaan. |
Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden. | Het is heerlijk voor je als je vrede probeert te maken en te bewaren. Want dan zul je 'kind van God' worden genoemd. |
Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders. Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig. | Een dwaas luistert niet naar de goede raad van zijn vader. Maar een verstandig mens doet er iets mee. |
Omdat ze eerbied voor hem hadden, gaf hij hun ook kinderen. | God beloonde de twee vrouwen. Omdat ze diep ontzag voor God hadden, gaf Hij hun allebei een gezin. En het volk werd steeds groter en machtiger. |
De heilige Geest geeft ons de zekerheid dat we Gods kinderen zijn. | Gods Geest die in ons is, laat onze eigen geest weten dat we kinderen van God zijn. |
Jullie moeten arme mensen beschermen, en kinderen zonder vader helpen. | Ik wil dat jullie opkomen voor de arme mensen en de weeskinderen! Wees rechtvaardig voor hen! |
De Heer houdt van zijn volk, zoals een vader van zijn kinderen houdt. | Net zoals een vader goed zorgt voor zijn kinderen, zó goed zorgt Hij voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben. |
Jullie zijn Gods kinderen, en hij houdt van jullie. Volg daarom zijn goede voorbeeld. | Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. |
Toch waren er ook mensen die wel in hem geloofden. Zij mochten kinderen van God worden. | Maar aan alle mensen die wél in Hem geloven, heeft Hij het recht gegeven om kinderen van God te worden. Ze worden opnieuw geboren. |
God heeft ons niet zijn Geest gegeven om weer bange slaven van ons te maken. Nee, God heeft ons zijn Geest gegeven om van ons zijn kinderen te maken. En als Gods kinderen bidden wij: ‘Abba, Vader!’ | Want jullie hebben geen geest gekregen die bange slaven van jullie maakt. Maar jullie hebben Gods Geest gekregen. Hij maakt jullie tot kinderen van God. Door Gods Geest noemen we Hem vol vertrouwen: "Lieve Vader!" |
Gerelateerde onderwerpen
Kinderen
Toen zei Jezus: ‘Laat...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Kerst
Maria zal een zoon...
Vader
De Heer houdt van...
Liefde
Liefde is: geduldig en...
Familie
Vandaag zal ik jullie...