Laten je ogen recht vooruitkijken en je oogleden zich recht vóór je houden. | Laat je gedachten niet afdwalen naar slechte dingen. Kijk vastberaden recht voor je uit, naar het rechte pad. |
Zoals hij voortgekomen is uit de buik van zijn moeder, zal hij naakt terugkeren om te gaan zoals hij kwam. Hij zal van zijn zwoegen niets meenemen wat hij met zijn hand kan dragen. | En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. |
En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden. | Niemand anders dan Hij kan de mensen redden. Er is op aarde niemand anders door wie de mensen gered kunnen worden. |
Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen. | Ik kom gauw. Houd vast aan je geloof. Zorg dat niemand jullie je beloning afneemt. |
Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt. | Als jullie veel van elkaar houden, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn. |
Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven. | En ik zal niet doen alsof dat niet zo is. Want stel dat de mensen van hun schuld vrijgesproken hadden kunnen worden door zich aan de wet van Mozes te houden. Dan had Christus niet hoeven sterven! Dan zou Hij alles voor niets hebben gedaan. |
Zo zult u in alles rijk worden, in staat tot alle vrijgevigheid, die door middel van ons dankzegging aan God teweegbrengt. | Zo zullen jullie steeds veel hebben om veel te kunnen weggeven. En daar zullen de mensen God voor prijzen. |
Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. | Lieve broeders en zusters, als ons geweten ons niet veroordeelt, kunnen we vol vertrouwen en zonder vrees naar God toe gaan. Dan ontvangen we alles wat we van Hem bidden, omdat we Hem in alles gehoorzaam zijn en doen wat Hij van ons vraagt. |
En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. | We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. |
Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. | De bergen kunnen instorten en de heuvels kunnen wankelen, maar mijn liefde voor jou zal niet ophouden. Mijn vredesverbond met jou zal voor altijd blijven bestaan, zegt de Heer die medelijden met je heeft. |
De verwachting van de rechtvaardigen is blijdschap, maar de hoop van de goddelozen zal vergaan. | Goede mensen kunnen blijdschap verwachten. Maar waar slechte mensen naar verlangen, gebeurt nooit. |
En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen. | Zó heeft Hij een nieuw verbond voor ons gesloten. De mensen die door God zijn geroepen, kunnen door Jezus' dood krijgen wat God al zo lang geleden had beloofd: de eeuwige erfenis. Ze worden bevrijd van de straf voor de verkeerde dingen die ze hadden gedaan in de tijd van het eerste verbond. |
Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? | Hoe zit het dan? Zullen we dan maar veel slechte dingen doen, zodat God ons veel kan vergeven? Nee, natuurlijk niet! Hoe zouden we op de oude manier verder kunnen leven? Ons oude, slechte 'ik' is toch dood? |
Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? | Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als mensen Hem daarom bidden? |
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! | Nu heeft Christus door de eeuwige Geest zijn eigen bloed aan God geofferd. Omdat Hij God nooit ongehoorzaam was geweest, was zijn offer volmaakt. Het is dus duidelijk, dat zijn volmaakte offer ons nog veel méér zal vrijspreken van schuld. Want zijn bloed reinigt ons geweten van alle dingen waar God niets aan heeft. Daardoor kunnen we nu de levende God werkelijk dienen. |
Want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid. | Want door het licht van Gods Geest groeien goedheid, eerlijkheid en waarheid. |
De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. | De Heer is de Geest. En waar de Geest van de Heer is, is vrijheid. |
Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten. | Je tong heeft de macht over leven en dood. Als je je mond zijn gang laat gaan, zul je daarvan de gevolgen dragen. |
En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. | Maar Petrus zei: "Ananias, waarom heb je je door de duivel laten opstoken om tegen de Heilige Geest te liegen? Want je hebt een deel van het geld voor jezelf gehouden. Toen je het land nog niet had verkocht, was het toch van jou? En toen je het had verkocht, mocht je met het geld toch doen wat je wilde? Waarom doe je dan alsof dit al het geld is? Je hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God." |
Want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. | We geloven in Hem, maar we zien Hem nog niet. We leven met Hem vanuit geloof, niet vanuit wat we zien. |
Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. | Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon. |
Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! | Hoe zit het dus? Zullen we dan maar veel slechte dingen doen, omdat de wet niets meer over ons te zeggen heeft, en God ons in zijn liefde alles vergeeft? Nee, natuurlijk niet! |
En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden. | En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. |
Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen, maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak. | Als je praatjes rondstrooit over anderen, verraad je geheimen. Maar een betrouwbaar mens kan geheimen bewaren. |
Wie anders is het die de wereld overwint dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is? | Alleen als je gelooft dat Jezus de Zoon van God is, kun je de dingen van de wereld overwinnen. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Wet
Deze woorden, die ik...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Redding
En de zaligheid is...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.