Bijbelteksten over 'Leer'
Leer ons zó te leven, dat wij er wijs van worden. | Leer ons blij te zijn met elke dag, zodat we wijze mensen worden. |
Leer me om te doen wat U wil, want U bent mijn God. Geef me door uw goede Geest weer rust en vrede. | U bent mijn God, leer mij om te doen wat u wilt. Wees bij mij en leid mij, help me om te doen wat goed is. |
Heer, leer me hoe ik moet leven. Ik zal doen wat U zegt. Help me om U altijd te gehoorzamen. | Heer, leer mij hoe ik moet leven. Help mij om trouw te zijn aan u, geef mij eerbied voor u. |
De Heer zegt: "Ik leer je hoe je moet leven. Ik geef je raad en Ik ben altijd bij je." | Want dit hebt u gezegd: ‘Ik zal je de weg wijzen die je moet gaan. Ik zal je raad geven, ik zal voor je zorgen.’ |
Maar zorg dat wat jij aan de mensen leert, klopt met het gezonde woord van God. | Titus, leer de mensen om zich goed te gedragen, op een manier die past bij de juiste uitleg van het geloof. |
Leer liever om goed en eerlijk te zijn. Spreek eerlijk recht. Zorg voor de arme mensen en de weeskinderen. Kom voor de weduwen op. | Leer hoe je goed moet doen, en zorg dat er eerlijk rechtgesproken wordt. Geef slechte leiders geen kans. Help weduwen, en bescherm kinderen zonder vader. |
Heer, laat me weten wat U met mij van plan bent. Vertel me wat ik moet doen. | Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. |
Leer je kinderen al vanaf jonge leeftijd hoe ze moeten leven. Wanneer ze volwassen zijn geworden, zullen ze op dezelfde weg verdergaan. | Leer jonge kinderen al om goed te leven. Dan zullen ze later ook een goed leven leiden. |
Ik leer je hoe je wijs kan worden. Dan zul je op het rechte pad blijven. | Ik heb je geleerd hoe je moet leven. Je moet altijd het pad van de wijsheid volgen. |
Bewaar in je hart wat ik jullie vandaag leer. Leer het aan je kinderen. Praat er met hen over als je thuis bent, als je onderweg bent, als je opstaat en als je naar bed gaat. | Vandaag zal ik jullie de regels van de Heer geven. Onthoud ze goed, vergeet ze niet! Zorg ervoor dat jullie kinderen ze goed leren. Blijf ze herhalen, thuis en onderweg, als je naar bed gaat en als je weer opstaat. |
Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. | Ik leer van u wat goed en eerlijk is. Daarom dank ik u met heel mijn hart. |
Drink wat ik jullie leer op, zoals het gras de regen opdrinkt. Laat mijn woorden voor jullie zijn als dauw op het gras, als zachte regen voor de planten. | Volk van Israël, dit zijn mijn woorden. Ik wil dat jullie daarnaar verlangen, zoals gras verlangt naar zachte regen en een plant naar druppels van de dauw. |
Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden. Want wat Ik je te doen zal geven, is niet te moeilijk of te zwaar voor je. | Doe wat ik je zeg, en leer van mij. Je moet vriendelijk zijn, net als ik, en jezelf niet het belangrijkste vinden. Dan zul je werkelijk rust vinden. Wat ik van je vraag, is eenvoudig. Wat ik van je eis, is niet zwaar. |
Leid mij en help me het goede te doen. Want U bent de God die mij redt. Ik vertrouw de hele dag op U. | Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. |
Mijn zoon, vergeet niet wat ik je leer. Bewaar in je hart wat ik je zeg. Dan zul je heel veel langer leven en zul je veel meer vrede hebben. | Luister goed! Vergeet mijn wijze lessen niet, onthoud ze goed. Ze zorgen ervoor dat je lang en gelukkig leeft. |
Jezus antwoordde: "Wat Ik zeg, weet Ik niet van Mijzelf. Ik weet het van Hem die Mij heeft gestuurd." | Jezus zei tegen hen: ‘Wat ik aan de mensen leer, heb ik niet van mijzelf. Het is de boodschap van God, hij heeft mij gestuurd.’ |
Ga nu op pad en maak alle volken tot leerlingen van Mij. Doop hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. En leer hen om alles te doen wat Ik ook aan jullie heb geleerd. En IK BEN alle dagen met jullie, totdat de tijd van de wereld om is. | Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt. |
We moeten nu dus ophouden met de eerste lessen over Christus. Want we moeten verder groeien en geestelijk volwassen worden. We zullen dus stoppen met te spreken over de eerste eenvoudige dingen van het geloof. We hoeven het er niet meer over te hebben dat we niet gered kunnen worden door de dingen die we doen, maar alleen door geloof in God. We hoeven het niet meer te hebben over de verschillende soorten van doop, over het opleggen van handen, over de opstanding uit de dood en over het eeuwige oordeel. | Vrienden, wees toch volwassen in je geloof in Christus! Dan hoef ik niet weer bij de eerste lessen te beginnen. Jullie weten al dat je in God moet geloven. En dat je je leven helemaal moet veranderen. En jullie weten ook hoe iemand bij de kerk kan gaan horen: Hij moet gedoopt worden. En als jullie daarbij je handen op zijn hoofd leggen, krijgt hij de heilige Geest. Ook weten jullie wat er aan het einde van de tijd gaat gebeuren: de doden zullen weer levend worden, en God zal rechtspreken over de wereld. |
Vaders, maak jullie kinderen niet boos en irriteer ze niet. Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem. | Vaders, wees niet hard voor je kinderen. Maar waarschuw ze voor verkeerde dingen, en leer ze de christelijke regels. |
Zeg tegen de slaven dat ze hun meesters in alles moeten gehoorzamen. Ze moeten hen trouw dienen, zonder tegenspreken. Ze mogen niets stelen, maar moeten laten zien dat ze te vertrouwen zijn. Zo laten ze in alles zien hoe goed het woord van God onze Redder is. | Slaven moeten hun meester altijd gehoorzamen. Ze moeten het hem naar de zin maken, en ze mogen zich niet tegen hem verzetten. Ze mogen niet van hem stelen, ze moeten juist altijd te vertrouwen zijn. Zo zorgen ze ervoor dat mensen respect hebben voor onze uitleg over God, onze redder. |
Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen. | Alle gelovigen gingen met elkaar om als mensen van één familie. Ze kregen van de apostelen uitleg over Jezus. En ze kwamen steeds bij elkaar om te bidden en om met elkaar het brood te delen. |
En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is. Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven. | Luister goed! Als je luistert naar mijn wijze lessen, leer je wat goed en eerlijk is. Dan zul je altijd doen wat goed is. |
Het is namelijk zo, dat de wet van Mozes niet bedoeld is voor goede mensen. Maar hij is voor slechte mensen: voor mensen die zich van niets en niemand iets aantrekken, ongehoorzaam zijn aan God, oneerlijk en onheilig zijn, hun vader of moeder vermoorden of andere mensen doden, of seks met allerlei mannen of vrouwen hebben. Hij is voor mannen die met mannen seks hebben en vrouwen die met vrouwen seks hebben. Hij is voor slavenhandelaren, voor leugenaars, voor mensen die liegen tegen de rechtbank en verder voor alle andere mensen die dingen doen die niet overeenkomen met de gezonde dingen die God ons leert. God leert ons die in het goede nieuws dat Gods grote liefde en macht laat zien. Dus in het goede nieuws dat God mij heeft gegeven. | Want de wet is niet bedoeld voor goede en eerlijke mensen. De wet is bedoeld voor misdadigers, voor zondige mensen, voor vijanden van God. Voor mensen die ongehoorzaam zijn aan God en die God niet willen eren. Voor mensen die hun vader of moeder mishandelen, en voor moordenaars. Voor mensen die verboden seks hebben, voor mensen die jonge mannen betalen voor seks, voor slavenhandelaars en leugenaars. De wet is bedoeld voor iedereen die zulke misdaden pleegt. Al die dingen zijn verboden volgens de juiste, christelijke uitleg. Want ze passen niet bij het goede nieuws dat ik mag doorvertellen. Het goede nieuws over de machtige God, die alle eer moet krijgen. |
Ga weg en probeer te bedenken wat er in de Boeken wordt bedoeld met: 'Het gaat Mij niet om jullie offers. Ik wil vriendelijkheid en goedheid bij jullie zien.' Ik ben niet gekomen om goede mensen te roepen, maar om slechte mensen te zeggen dat ze moeten gaan leven zoals God het wil. | Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieke mensen. Met mij is het net zo. Ik ben er niet voor goede mensen. Maar ik ben gekomen om aan slechte mensen het goede nieuws te vertellen. Denk eens goed na over deze woorden van God: «Ik wil geen offers, maar ik wil dat jullie goed voor elkaar zijn.»’ |
Het is duidelijk wat verlangens van het 'ik' zijn: verkeerde dingen doen op het gebied van seks, er maar op los leven, afgoden aanbidden, toverij, haat, ruzie, jaloersheid, driftbuien, egoïsme, verdeeldheid, boosheid, moord, dronkenschap, wilde feesten en meer van dat soort dingen. Ik waarschuw jullie hiervoor, zoals ik al eerder heb gedaan. Want mensen die deze dingen blijven doen, zullen niet in het Koninkrijk van God komen. | Veel mensen laten zich leiden door hun slechte verlangens. Daardoor doen ze slechte dingen. Dat weten we allemaal. Ze gedragen zich slecht en hebben verboden seks. Ze vereren afgoden en gebruiken toverspreuken. Ze zijn jaloers op elkaar en denken alleen maar aan zichzelf. Ze vormen eigen groepen en zoeken ruzie. Ze worden snel kwaad en behandelen elkaar als vijanden. Ze drinken te veel, en op feesten laten ze zich helemaal gaan. En ze doen nog veel meer slechte dingen. Ik heb het jullie al eerder gezegd: Wie zulke dingen doet, zal niet in Gods nieuwe wereld komen. |
Gerelateerde onderwerpen
Leren
De Heer zegt: "Ik...
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
Wet
Bewaar in je hart...
Hart
Bewaak je hart beter...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Familie
Bewaar in je hart...