Ik kom spoedig. Houd vast aan wat u hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans kunnen afnemen. | Ik zal snel komen. Blijf in mij geloven, dan kan niemand jullie het eeuwige leven afnemen. |
Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer, mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ | Ik zeg tegen u: U bent mijn Heer, ik vind mijn geluk alleen bij u. |
Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één. | Ik zorg ervoor dat ze gered worden, ik geef hun het eeuwige leven. En niemand kan hen bij mij weghalen. Want mijn Vader heeft mij de hoogste macht gegeven. De Vader en ik zijn samen één. En niemand kan God, de Vader, iets afnemen. |
Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt. | Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. |
Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.’ | Jezus zei: ‘Ik ben de weg. Bij mij is de waarheid, en bij mij is het leven. Je kunt alleen bij de Vader komen als je in mij gelooft.’ |
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen. | Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden. |
Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God. | Vrienden, niemand van jullie mag ongelovig worden. Blijf vertrouwen op de levende God. |
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen. | Nog nooit heeft iemand God gezien. Maar de enige Zoon, die zelf God is, kent de Vader van dichtbij. Gods Zoon is bij ons gekomen. En door hem kennen wij God. |
Geen is er heilig als de HEER, er is geen andere god dan U, geen rots is er als onze God. | Niemand is zo heilig als de Heer, hij is de enige God! Niemand is zo sterk als hij. |
Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. | Stel dat je verleid wordt om iets verkeerds te doen. Zeg dan nooit: ‘God probeert mij te laten zondigen.’ Want God zal nooit iemand verleiden om te zondigen, en God kan zelf ook nooit verleid worden om iets verkeerds te doen. |
Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. | Als iemand je kwaad doet, doe hem dan geen kwaad terug. Maar wees goed voor elkaar en voor iedereen. |
Laten we dus alles op alles zetten om die rust binnen te gaan, opdat niemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat. | Laten wij dan ons uiterste best doen om dat land van rust binnen te gaan! Laten we vasthouden aan ons geloof. En laten we niet ongehoorzaam zijn, zoals het volk in de woestijn. |
Laat niemand zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden; pas dan kan hij wijs worden. | Vinden sommigen van jullie dat ze heel wijs zijn? Dan zeg ik: Houd jezelf niet voor de gek! Je zult eerst dom moeten worden, pas dan kun je echt wijs worden. |
Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. | Je bent nog jong. Maar zorg ervoor dat iedereen je toch serieus neemt. Wees een voorbeeld voor andere gelovigen door wat je zegt en door hoe je leeft. Wees een voorbeeld door je liefde en je geloof, en door te leven zoals God het wil. |
Maar Ik, de HEER, ben je God al sinds Egypte, en met andere goden mag je je niet inlaten; buiten Mij is er niemand die je redt. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, ik ben de Heer, jullie God. Dat ben ik al sinds jullie weggingen uit Egypte. Ik ben de enige God die jullie mogen dienen. Er is geen andere god die jullie kan redden.’ |
Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest.’ | Jezus zei tegen hem: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Je kunt Gods nieuwe wereld alleen binnengaan als je op een nieuwe manier geboren wordt. En dat gebeurt als je gedoopt wordt met de heilige Geest.’ |
Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. | Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. |
Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. | Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven. |
Laat u daarom door niemand iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is van Christus. | Luister niet naar mensen die jullie veroordelen om wat je eet en drinkt. En laat je niet veroordelen omdat je je niet aan de regels van de sabbat houdt. Of omdat je geen feesten viert, zoals het Feest van Nieuwe Maan. Die dingen zijn nu niet belangrijk meer. Er is nog maar één ding belangrijk, en dat is Christus. |
Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. | Als één van beiden valt, dan helpt de ander hem weer overeind. Maar als je alleen bent, kan niemand je weer overeind helpen. |
De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. | De Heer houdt zich echt aan zijn belofte, ook al beweren sommige mensen van niet. Hij wacht omdat hij geduld heeft met jullie! Hij geeft iedereen de kans om een nieuw leven te beginnen. Want hij wil dat iedereen gered wordt. |
Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. | Als je een dag gaat vasten, houd het dan geheim. Was en verzorg je gezicht. Dan merkt niemand het, behalve je Vader. Hij ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen. |
Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U. | U bent machtig, Heer, mijn God. Er is niemand zoals u. Er bestaat geen andere god. Alles wat we over u gehoord hebben, is waar. |
Er is bijna niemand die voor een rechtvaardig mens wil sterven; slechts een enkeling durft voor een goed mens zijn leven te geven. Maar God bewijst ons zijn liefde, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. | Welk mens is bereid om voor een ander te sterven? Misschien als die ander een goed en eerlijk mens is? Ja, misschien zijn er mensen die willen sterven voor een goed mens. Maar Christus is voor ons gestorven toen we nog leefden als slechte mensen. Dat is het bewijs dat God van ons houdt! |
Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. | Jullie moeten niet alleen aan jezelf denken, maar ook aan anderen. |