Bijbelteksten over 'Oordelen'
Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen. | Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen. |
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. | Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven. |
O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! | O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! |
Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. | Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus. |
Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? | Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt? |
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. | Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt. |
Ook in de weg uwer gerichten hebben wij U verwacht, o Here; naar uw naam en naar uw gedachtenis ging ons zielsverlangen uit. | Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE, hebben wij U verwacht; naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis gaat het verlangen van onze ziel uit. |
Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels. | Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. |
Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U; want wanneer uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid. | Met heel mijn ziel verlang ik naar U in de nacht, ja, met mijn geest diep in mij zoek ik U ernstig. Want wanneer Uw oordelen over de aarde komen, leren de bewoners van de wereld wat gerechtigheid is. |
Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. | Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. |
Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden aan de overpriesters en schriftgeleerden en zij zullen Hem ter dood veroordelen. En zij zullen Hem overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. | Zie, wij gaan naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen; en zij zullen Hem aan de heidenen overleveren om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden. |
Gerelateerde onderwerpen
Veroordeling
Daarom zijt gij, o...
Wet
Wat ik u heden...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Begeerte
Dit bedoel ik: wandelt...
Naaste
Het tweede is dit...
Jezus
Jezus zag hen aan...