Bijbelteksten over 'Redder'
Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David. | Namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. |
Wij kiezen niet voor het aardse, maar voor het hemelse leven. Want wij verwachten uit de hemel onze redder, de Heer Jezus Christus. | Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus. |
Heer, alleen u bent mijn redder. U geeft geluk en vrede aan mensen die u trouw zijn. | Het heil is van de HEERE; Uw zegen is over Uw volk. Sela |
Laat je geloof groeien door de goedheid en de kennis die Jezus Christus ons geeft. Alle eer aan onze Heer en redder, nu en altijd! | Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen. |
Heer, luister naar de woorden van dit lied. Het is mijn geschenk aan u. Bij u ben ik veilig, u bent mijn redder. | Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden. |
Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. | Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag. |
Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. | Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. |
Want in de heilige boeken zegt God tegen ons: «Ik heb jullie uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Jullie moeten overal op aarde redding brengen.» | Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde. |
Slaven moeten hun meester altijd gehoorzamen. Ze moeten het hem naar de zin maken, en ze mogen zich niet tegen hem verzetten. Ze mogen niet van hem stelen, ze moeten juist altijd te vertrouwen zijn. Zo zorgen ze ervoor dat mensen respect hebben voor onze uitleg over God, onze redder. | Vermaan de slaven dat zij hun eigen meester onderdanig zijn en dat zij hun in alles welbehaaglijk zijn, zonder tegen te spreken, dat ze niets ontvreemden, maar hun alle goede trouw bewijzen, opdat zij het onderwijs van God, onze Zaligmaker, in alles tot sieraad mogen strekken. |
Vrouwen, jullie zijn gehoorzaam aan Christus. Wees daarom ook gehoorzaam aan je man. Want een man geeft leiding aan zijn vrouw, zoals Christus, onze redder, leiding geeft aan de kerk. | Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. |
Vrienden, doe dus je best om goed te leven. Dan zullen jullie je geloof niet verliezen, maar het juist laten groeien. Dan maken jullie duidelijk dat God jullie heeft uitgekozen en jullie zal redden. En dan zullen jullie met open armen ontvangen worden in Gods nieuwe wereld. In die nieuwe wereld zal Jezus Christus, onze Heer en redder, voor altijd koning zijn. | Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. |
Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. | Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God. |
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, ik ben de Heer, jullie God. Dat ben ik al sinds jullie weggingen uit Egypte. Ik ben de enige God die jullie mogen dienen. Er is geen andere god die jullie kan redden.’ | Maar Ik ben de HEERE, uw God, sinds het land Egypte. Een God behalve Mij mag u daarom niet erkennen, en buiten Mij is er geen Heiland. |
Ik heb u lief, Heer. U geeft mij kracht. U beschermt me, bij u ben ik veilig. God, bij u kan ik me verbergen. U helpt mij en u bevrijdt mij. U redt me van mijn vijanden. | Hij zei: Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte. De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder, mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
Hij is de redder...
Verlosser
De liefde komt van...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...
Hoop
Dit is mijn besluit...
Messias
Toen zei Jezus: ‘En...