Bij U, HEER, is redding, uw zegen rust op uw volk. sela | Ik weet dat U mij zal redden. Heer, wees goed voor uw volk. |
Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. | Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. |
Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. | God zal mijn eer redden. Hij is de rots onder mijn voeten. Bij Hem ben ik veilig. |
Omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt. | Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. |
Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.” | Want de Heer heeft ons bevolen: 'Ik heb jullie gemaakt tot een licht voor de niet-Joodse volken. Zo zullen jullie redding brengen over de hele wereld.' |
Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God. | Micha zegt namens Israël: Maar ik zal blijven vertrouwen op de Heer. Ik zal wachten op de God die mij redt. Mijn God zal mij horen roepen. |
Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt. | Niemand anders dan Hij kan de mensen redden. Er is op aarde niemand anders door wie de mensen gered kunnen worden. |
En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. | Verlang naar het zuivere woord van Gods waarheid, net zoals pasgeboren baby's verlangen naar pure, onverdunde melk. Want daardoor zullen jullie opgroeien. |
Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat U redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. | Ik vertrouw op uw goedheid en uw liefde. Mijn hart juicht omdat ik zeker weet dat U me zal redden. Ik zing voor de Heer omdat Hij goed voor me is geweest. |
En toen Hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding. | En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. |
Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ | Jesaja zegt: Wat is het heerlijk om over de bergen de voeten te horen aankomen van iemand die goed nieuws komt brengen. Wat heerlijk om de boodschapper te horen aankomen die komt vertellen dat het weer vrede wordt en dat er spoedig redding komt. En die tegen Jeruzalem zegt: 'God is je Koning.' |
Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. | Want omdat God zo liefdevol en goed is, heeft Hij jullie gered door jullie geloof. Jullie hebben niet jezelf gered, maar Gód heeft jullie gered. Het is zíjn geschenk. Jullie zijn dus niet gered doordat jullie zelf zo goed je best deden om goede mensen te zijn. Want Hij wilde niet dat jullie over je redding zouden kunnen opscheppen. |
Oprecht verdriet ten overstaan van God leidt namelijk tot inkeer en redding; daarvan krijgt men nooit spijt. Verdriet zoals de wereld kent leidt daarentegen tot de dood. | Want als iemand verdriet heeft omdat hij verkeerd heeft gedaan tegen God, kan God dat verdriet gebruiken om hem te veranderen. Zo wordt hij erdoor gered. Maar als iemand gewoon verdriet heeft op de manier van de ongelovige mensen, brengt hem dat alleen maar ellende en dood. |
Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en U offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt! | Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven. |
U hebt Hem lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. | Jullie hebben Hem nog nooit gezien. Toch houden jullie van Hem. Jullie geloven Hem en zijn heel erg blij dat jullie door Hem zijn gered. En gered worden is immers het doel van het geloof. |
En dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus. | Ook jullie worden door het water heen gered. Namelijk door het water van de doop. De doop is niet iets wat het vuil van je lichaam afwast. Maar de doop is een gebed tot God, een gebed van een geweten dat zuiver is geworden. Jullie worden gered door de doop, doordat Jezus uit de dood is opgestaan. |
Ik vind grote vreugde in de HEER, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de redding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid, zoals een bruidegom een kroon opzet, zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. | Jeruzalem zegt: "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om." |
Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding – als u tenminste vasthoudt aan de boodschap zoals ik u die verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. | Broeders en zusters, ik wil jullie herinneren aan het goede nieuws dat ik jullie heb verteld. Jullie hebben het geloofd en het is de basis van jullie leven geworden. Jullie zijn door dat goede nieuws ook gered. Maar jullie moeten het wel precies zó blijven geloven als ik het jullie heb verteld. Anders zijn jullie voor niets tot geloof gekomen. |
Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt. | Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. |
De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? | De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. |
Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik blijf in hem. | Als jullie van mijn lichaam eten en van mijn bloed drinken, zijn jullie één met Mij en ben Ik één met jullie. |
En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. | We weten dat God alles ten goede zal gebruiken voor de mensen die van Hem houden en die Hij volgens zijn plan geroepen heeft om bij Hem te horen. |
In dit evangelie openbaart Gods gerechtigheid zich immers van begin tot eind door geloof, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ | Want in het goede nieuws laat God zien, hoe mensen kunnen worden vrijgesproken van hun schuld voor hun ongehoorzaamheid aan God. Namelijk door geloof dat steeds meer groeit. Het is zoals er in de Boeken staat: "Mensen die leven zoals Ik het wil, zullen leven door hun geloof in Mij." |