Bijbelteksten over 'Slechte'
Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. | Houd jezelf niet voor de gek! Als jullie met slechte mensen omgaan, gaan jullie vanzelf net zulke slechte dingen doen als zij. |
Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond. | Net zo haalt een goed mens goede dingen tevoorschijn uit de goede voorraad in zijn hart. Maar een slecht mens haalt slechte dingen tevoorschijn uit de slechte voorraad in zijn hart. Want iemands woorden verraden wat er in zijn hart is. |
En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. | Wat uít je mond komt, maakt je onrein. Want dat komt van binnenuit, uit je hart. Daar vandaan komen de slechte gedachten, verkeerde dingen op het gebied van seks, moord, diefstal, ontrouw aan je man of vrouw, hebzucht, slechtheid, bedrog, gebrek aan zelfbeheersing, roddel, kwaadsprekerij, trots, onverstandigheid. Al die slechte dingen komen van binnenuit naar buiten en maken je onrein. |
Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig om kwaad te doen. | Slechte mensen worden niet onmiddellijk gestraft. Daarom denken de mensen dat ze ongestraft slechte dingen kunnen doen. |
Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen. | Ga je wassen, zorg dat je schoon wordt! Zorg dat Ik geen slechte dingen meer zie! Stop met de slechte dingen die jullie doen! |
God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden. | God heeft zijn Zoon Jezus naar jullie toe gestuurd en uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Dat heeft Hij in de eerste plaats voor júllie gedaan. Hij wil dat jullie allemaal stoppen met het doen van slechte dingen en weer gaan leven zoals Hij het wil. Want dan kan Hij goed voor jullie zijn. |
Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken. | Geniet wanneer het goed met je gaat. Maar bedenk in moeilijke tijden: "Ook deze dagen heeft God gemaakt, net zoals die andere dagen." Een mens heeft geen idee van wat er in de toekomst gebeuren zal. |
Weest niet gelijk aan uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u toch van uw boze handel en wandel; maar zij luisterden niet en sloegen op Mij geen acht, luidt het woord des Heren. | Doe niet dezelfde dingen als jullie voorouders. Mijn profeten hadden hen gewaarschuwd: 'Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Stop met de slechte dingen die jullie doen.' Maar ze hebben niet willen luisteren. Ze trokken zich niets van Mij aan. |
Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. | Doe dus erg je best om te leven als verstandige mensen. Wees niet langer onverstandig. En gebruik je tijd goed. Want we leven in een slechte tijd. |
De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. | Laten de mensen die zich niets van God aantrekken, een nieuw leven beginnen. En laten de slechte mensen van gedachten veranderen. Laten ze de Heer weer gaan dienen. Dan zal Hij goed voor hen zijn. Laten ze teruggaan naar onze God, want Hij vergeeft alles. |
Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen. | Denk aan je Maker zolang je nog jong bent. Denk aan Hem vóórdat de tijden komen dat je niet meer van het leven genieten kan. |
Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet. | God zag wat ze deden. Hij zag hoeveel spijt ze hadden van alle verkeerde dingen die ze hadden gedaan. Daarom veranderde Hij zijn plannen. Hij besloot om de stad niet te vernietigen. |
Het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. | Maar Hij vernietigt de mensen die slechte dingen doen. Na hun dood worden ze door iedereen vergeten. |
En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen. | Maar als mijn volk dan echt spijt heeft en stopt met de slechte dingen die het doet, als de mensen weer tot Mij gaan bidden en weer gaan leven zoals Ik het wil, dan zal Ik vanuit de hemel naar hun gebed luisteren en hun vergeven dat ze Mij ongehoorzaam zijn geweest. Dan zal Ik zorgen dat het weer goed gaat met hun land. |
De verwachting der rechtvaardigen is vreugde, maar de hoop der goddelozen gaat teniet. | Goede mensen kunnen blijdschap verwachten. Maar waar slechte mensen naar verlangen, gebeurt nooit. |
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. | Voor goede mensen zal God goed zijn. Maar de woorden van slechte mensen zijn een bron van ellende. |
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. | Het is heerlijk als je niet luistert naar de raad van mensen die zich niets van God aantrekken, als je niet omgaat met slechte mensen, als je niet meedoet met mensen die lachen om God. |
De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn, maar de naam der goddelozen zal wegrotten. | Aan goede mensen denken de anderen met dankbaarheid terug. Maar slechte mensen zijn al snel vergeten. |
De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. | Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. |
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering. | Ik ben niet gekomen om goede mensen te roepen, maar om slechte mensen te zeggen dat ze moeten gaan leven zoals God het wil. |
Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat. | En als je iets goeds doet voor iemand die iets goeds doet voor jou, wat is daar dan voor bijzonders aan? Ook slechte mensen doen dat. |
Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. | Ga naar God toe, dan zal Hij naar jou toe komen. Stop met het doen van slechte dingen, ongehoorzame mensen! Leef voortaan zoals God het wil, twijfelaars! |
Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. | Mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, doen precies het tegenovergestelde van wat God wil. Ze gedragen zich als vijanden van God. Want ze gehoorzamen niet aan de wet van God. Dat kunnen ze ook niet. Daarom geniet God niet van zulke mensen. |
De goddeloze maakt winst die niet gedijt, maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. | Wat een slecht mens verdient met zijn slechtheid, zal weer verdwijnen. Maar de beloning van een goed mens blijft bestaan. |
En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht. | Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet gij niet...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Kwaad
Laat u niet overwinnen...
Bekering
En mijn volk waarover...
Zegen
De HERE zegene u...
Leven
De HERE zal u...