Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. | Mijn zoon, als je hart wijs is, zal mijn hart zich verblijden, ja, het mijne! |
Hij zorgt ervoor dat ze rechtvaardig zijn. Hij beschermt zijn vrienden. | Opdat zij de paden van het recht in acht nemen. Hij bewaart de weg van Zijn gunstelingen. |
Overleg alles wat je doet met de Heer. Dan zullen al je plannen slagen. | Wentel uw werken op de HEERE, en uw plannen zullen bevestigd worden. |
Iemand die zich niet kan beheersen, is als een stad met kapotte muren. | Zoals een opengebroken stad zonder muur, zo is een man die zijn geest niet in bedwang houdt. |
Wees verstandig – dat beschermt je leven. Wees wijs – dan vind je geluk. | Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief, wie inzicht bewaart, vindt het goede. |
Van eerlijkheid en rechtvaardigheid geniet de Heer meer dan van offers. | Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. |
Ik leer je hoe je wijs kan worden. Dan zul je op het rechte pad blijven. | Ik onderwijs je in de weg van de wijsheid en laat je in de rechte sporen treden. |
Ouders zijn blij met een goede zoon. Ze verheugen zich over zijn wijsheid. | De vader van een rechtvaardige zal zich buitengewoon verheugen, wie een wijze zoon verwekt heeft, zal zich over hem verblijden. |
Want als je mij vindt, heb je het leven gevonden. De Heer zal blij met je zijn. | Want wie Mij vindt, vindt het leven en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE. |
Een vrolijk mens geneest sneller. Maar een treurig mens verdroogt van binnen. | Een blij hart bevordert de genezing, maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren. |
Zoals ijzer met ijzer scherp wordt gemaakt, zo scherpt de ene mens de andere. | IJzer scherpt men met ijzer, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste. |
Zorg dat je altijd op de goede weg blijft en dat je altijd te vertrouwen bent. | Baan het spoor voor je voet, en laten al je wegen vaststaan. |
Het is heerlijk als je wijsheid vindt. Het is heerlijk als je verstandig wordt. | Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt. |
Roddelpraatjes slaan wonden. Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart. | De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste. |
Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders. Doe iets met hun wijze lessen. | Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. |
Je kan beter wijsheid hebben dan goud. Je kan beter verstand bezitten dan zilver. | Hoeveel beter is het verwerven van wijsheid dan bewerkt goud, en het verwerven van inzicht is verkieslijker dan zilver! |
Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. | Het strekt een man tot eer zich buiten onenigheid te houden, maar iedere dwaas zal zich er juist in mengen. |
Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn, dan rijk te zijn en oneerlijk. | Beter is een weinig met gerechtigheid, dan een veelheid aan inkomsten zonder recht. |
De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. | De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. |
Leugenaars veroorzaken ruzies. Roddelaars maken zelfs de beste vriendschappen kapot. | Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam. | Lieflijke woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel, en genezing voor de beenderen. |
Bewaak je hart beter dan alle andere dingen. Want in je hart is de bron van het leven. | Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. |
De Heer is als een sterke toren. Rechtvaardige mensen rennen daarheen en zijn veilig. | De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet. |
Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt en dat er geen leugen over je lippen komt. | Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. |
Oude mensen zijn trots op hun kleinkinderen. En kinderen mogen trots zijn op hun ouders. | Kleinkinderen zijn de kroon van de ouderen, en het sieraad van kinderen zijn hun vaders. |