Wees wijs ten opzichte van de mensen die niet bij de gemeente horen. Grijp elke kans om hun het goede nieuws te vertellen. Alles wat jullie zeggen, moet altijd verstandig en wijs zijn. Zorg ervoor dat jullie altijd aan iedereen een goed antwoord kunnen geven. | Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven. |
Profetieën zijn geen woorden die mensen zelf hebben bedacht. Maar doordat de Heilige Geest zijn woorden aan mensen gaf, hebben die mensen namens God gesproken. | Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. |
Petrus antwoordde: "Ik zie dat God inderdaad geen verschil maakt tussen de mensen van verschillende volken. Maar Hij houdt van iedereen die Hem aanbidt en die wil leven zoals Hij het wil." | En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig. |
Ik moedig jullie aan, broeders en zusters, om één te zijn met elkaar. Dat zeg ik jullie namens onze Heer Jezus Christus. Zorg ervoor dat jullie geen ruzie met elkaar maken. Wees één en streef naar hetzelfde doel. | Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen. |
Zeg tegen de slaven dat ze hun meesters in alles moeten gehoorzamen. Ze moeten hen trouw dienen, zonder tegenspreken. Ze mogen niets stelen, maar moeten laten zien dat ze te vertrouwen zijn. Zo laten ze in alles zien hoe goed het woord van God onze Redder is. | De slaven moeten hun meesters onderdanig zijn in alles, het hun naar de zin maken zonder tegenspraak, of oneerlijkheid, maar alle goede trouw bewijzen, om de leer van God, onze Heiland, in alles tot sieraad te strekken. |
Jullie vragen je misschien af hoe jullie kunnen weten of hij de woorden van God spreekt of niet. Stel dat een profeet zegt dat hij namens de Heer spreekt, maar er gebeurt niet wat hij heeft gezegd, dan had de Heer hem die boodschap niet gegeven. De profeet is eigenwijs geworden en heeft zomaar iets gezegd. Jullie hoeven je van hem niets aan te trekken. | Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de Here niet gesproken heeft? – als een profeet spreekt in de naam des Heren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de Here niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen. |