Bijbelteksten over 'Vaderen'
Huis en bezit erf je van je ouders. Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer. | Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEERE. |
Ik bid dat onze Heer God met ons zal zijn, zoals Hij met onze voorouders is geweest, en dat Hij ons niet in de steek zal laten. | Moge de HEERE, onze God, met ons zijn, zoals Hij met onze vaderen is geweest. Moge Hij ons niet verlaten en ons niet in de steek laten. |
Luister naar mijn gebed, Heer, ik roep U om hulp! Zwijg niet als ik huilend tot U bid. Ik heb geen rechten bij U, want ik ben maar een vreemdeling bij U, net als mijn voorouders. | Luister naar mijn gebed, HEERE, neem mijn hulpgeroep ter ore, zwijg niet bij mijn tranen, want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner, zoals al mijn vaderen. |
God van mijn voorouders, ik prijs U omdat U mij wijsheid en kennis heeft gegeven. U heeft mij gegeven waar wij U om gebeden hadden. Want U heeft ons alles verteld over de droom van de koning. | U, God van mijn vaderen, dank en prijs ik, omdat U mij wijsheid en kracht hebt gegeven, en mij nu hebt laten weten wat wij van U hebben verzocht, want U hebt ons de zaak van de koning laten weten. |
Hij heeft jullie vrijgekocht van de zinloze manier van leven die jullie van je voorouders hadden geleerd. Maar onthoud dat jullie niet met goud of zilver zijn vrijgekocht. Jullie zijn vrijgekocht met het kostbare bloed van Christus, het volmaakte Offerlam. | In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. |
Doe niet dezelfde dingen als jullie voorouders. Mijn profeten hadden hen gewaarschuwd: 'Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Stop met de slechte dingen die jullie doen.' Maar ze hebben niet willen luisteren. Ze trokken zich niets van Mij aan. | Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE. |
Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom liet Hij jullie honger lijden. Toen gaf Hij jullie manna, iets wat jullie en jullie voorouders nog nooit hadden gezien. Want Hij wilde dat jullie zouden begrijpen dat een mens niet alleen van brood leeft. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt. | Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt. |
Als jullie denken dat het verkeerd is om de Heer te dienen, kies dan vandaag wie jullie wél willen dienen. De goden die jullie voorvaders aan de overkant van de Rivier aanbaden, of de goden van de Amorieten van het land hier. Maar ík en mijn familie zullen de Heer dienen! | Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen! |
Maar Ik zal jullie alleen redden als jullie je leven veranderen en ophouden met het doen van slechte dingen. Als jullie weer rechtvaardig rechtspreken. Als jullie vreemdelingen, weeskinderen en weduwen niet langer slecht behandelen. Als jullie geen onschuldige mensen meer doden. Als jullie stoppen met het aanbidden van andere goden, want dat doet jullie alleen maar kwaad! Dán zal Ik jullie in deze stad laten wonen en in het land dat Ik aan jullie voorouders gegeven heb. Dán zullen jullie hier voor altijd blijven wonen. | Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade, dan zal Ik u in deze plaats, in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, laten wonen, eeuw uit en eeuw in. |
Want Ik ga naar de Vader en alles wat jullie aan de Vader vragen omdat jullie bij Mij horen, zal Ik doen. Want daardoor zal te zien zijn hoe machtig de Vader in Mij is. | En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. |
De levende Vader heeft Mij gestuurd en Ik leef door de Vader. Zo zal ook iedereen die van Mij eet, door Mij leven. | Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. |
Ik ben bij de Vader vandaan gekomen en naar de aarde gegaan. Ik ga ook weer van de aarde weg, terug naar de Vader. | Ik ben van de Vader uitgegaan en ben in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weer en ga heen naar de Vader. |
Wees vriendelijk, net zoals jullie Vader vriendelijk is. | Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is. |
Wees volmaakt, want jullie hemelse Vader is óók volmaakt. | Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. |
Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. | Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen. |
Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. | Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. |
Vaders, maak jullie kinderen niet boos en irriteer ze niet. Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem. | En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere. |
Alle eer is voor onze God en Vader, voor eeuwig! Amen! Zo is het! | Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Jezus zei tegen haar: "Raak Mij niet aan. Want Ik ben nog niet naar mijn Vader in de hemel gegaan. Maar ga nu naar mijn broeders. Zeg hun dat Ik terugga naar mijn Vader die ook jullie Vader is. Naar mijn God die ook jullie God is." | Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. |
Ik bid dat God de Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. |
Filippus zei tegen Hem: "Heer, laat ons de Vader zien. Dan zijn we tevreden." | Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. |
Maar als je bidt, ga dan je kamer in en doe de deur dicht. Bid dan tot je Vader terwijl niemand het ziet. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen. | Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. |
Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven. | Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven. |
En Jezus riep luid: "Vader, Ik vertrouw mijn geest aan U toe." Toen Hij dat had gezegd, stierf Hij. | En Jezus riep met luide stem en zei: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. |
En Ik geef hun het eeuwige leven. Ze zullen tot in eeuwigheid niet verloren gaan. Ze zijn van Mij en niemand zal ze uit mijn handen kunnen roven. Mijn Vader heeft hen aan Mij gegeven. Hij is machtiger dan wie dan ook. Niemand kan iets uit de handen van mijn Vader roven. Ik en de Vader zijn helemaal één. | En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. Ik en de Vader zijn Één. |
Gerelateerde onderwerpen
Vader
Net zoals een vader...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Bidden
Wees altijd blij. Bid...
Familie
Bewaar in je hart...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Nederigheid
Wees bescheiden en vriendelijk...