Laat zien dat je blij bent omdat je op God vertrouwt. Houd vol als je in moeilijkheden komt, en blijf altijd bidden. | Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed. |
En dat is niet het enige. We mogen er ook trots op zijn dat we het nu moeilijk hebben. Want door alle moeilijkheden leren we om vol te houden. En door vol te houden worden we sterk in ons geloof. En daardoor hebben we het vaste vertrouwen dat we eeuwig bij God zullen leven. | En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. |
De moeilijkheden die we meemaken, gaan voorbij. Die zijn niet belangrijk. Maar ze brengen ons iets wat juist wel belangrijk is: het eeuwige leven bij God. | Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. |
Wij horen bij Christus, en Christus houdt van ons. Niets kan dat veranderen. Ook al moeten we lijden, ook al worden we vervolgd of bedreigd. Ook al hebben we honger, ook al zijn we arm, ook al is ons leven in gevaar. | Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? |
Ik heb jullie al deze dingen nu al verteld. Want jullie horen bij mij, en daarom zal ik jullie mijn vrede geven. Jullie zullen het in deze wereld heel moeilijk krijgen. Maar houd moed! Ik heb het kwaad van deze wereld overwonnen. | Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. | Deze ellendige riep en de HEERE hoorde; Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. |
Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Hij is de Vader die van ons houdt, de God die ons altijd moed geeft. Steeds als ik het moeilijk heb, geeft God mij nieuwe moed. Daardoor kan ik andere christenen die het moeilijk hebben, ook nieuwe moed geven. De moed die God mij geeft, geef ik door. | Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden. |
Dit is de ware en zuivere manier om God, onze Vader, te dienen: Help weduwen en kinderen zonder vader in hun moeilijkheden. Doe wat God wil, en leef niet zoals de mensen die God niet kennen. | De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld. |
Heer, u weet wat ik nodig heb, u kent mijn verdriet. | Heere, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen. |
Ik kan alles verdragen, omdat de Heer mij kracht geeft. | Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft. |
Ellende maakt mensen verdrietig, maar vriendelijke woorden maken hen gelukkig. | Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het. |
Er bestaat inderdaad verdriet waar God blij mee is. Zulk verdriet zorgt ervoor dat mensen hun leven veranderen. Daar krijgen ze geen spijt van. Want het heeft als gevolg dat ze gered worden. Maar het verdriet van slechte mensen brengt niets goeds. Zulk verdriet leidt tot de dood. | Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. |
U wilt dat ik verdriet en spijt heb, dat is het offer dat u wilt. | De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten. |
Jullie moeten altijd met elkaar meeleven, in vreugde en in verdriet. | Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen. |
Houd verdriet en zorgen ver bij je vandaan, want je jeugd is snel voorbij. | Weer dus de wrevel uit uw hart, en doe het kwade weg uit uw lichaam. De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht. |
Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. | Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. |
Als de Heer met zijn adem over het gras blaast, dan verdroogt het, en de bloemen gaan dood. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en de mensen zullen sterven. Maar de woorden van onze God verliezen nooit hun kracht. | Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig. |
Wijze kinderen geven hun ouders vreugde, maar dwaze kinderen doen hun ouders verdriet. | Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. |
Want hoe wijzer je wordt, hoe meer verdriet je hebt. Hoe meer je begrijpt, hoe ongelukkiger je wordt. | Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed. |
De Heer zegt: ‘Ik wil dat jullie mij weer gehoorzamen. Ga vasten, en laat je verdriet en je tranen aan mij zien.’ | Ook nu echter, spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. |
Denk daarom niet aan jezelf, maar wees altijd vriendelijk en geduldig. Verdraag elkaars fouten, en houd van elkaar. | In alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen. |
Ik heb verdriet, maar toch ben ik altijd blij. Ik ben arm, maar ik maak veel mensen rijk. Ik bezit niets, en toch heb ik alles! | Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten. |
Vrienden, ik wil jullie vertellen wat er gebeurt met de doden. Mensen zijn verdrietig als er iemand sterft. Maar wij geloven dat Jezus gestorven is en uit de dood is opgestaan. En dus geloven we ook dat God alle gestorven christenen bij zich zal halen. Daarom hoeven jullie niet verdrietig te zijn als er iemand van jullie sterft. | Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. |
Als je door water heen moet, zal ik bij je zijn. Als je rivieren oversteekt, zul je niet verdrinken. Als je door vuur loopt, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je geen pijn doen. | Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen. Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden, geen vlam zal u aansteken. |
Doe de heilige Geest van God geen verdriet. De heilige Geest is in jullie aanwezig, als bewijs dat jullie bij God horen. Daardoor worden jullie gered op de dag dat God de christenen komt bevrijden. | En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. |