Bijbelteksten over Geld
Leef niet alleen voor het geld, en wees tevreden met wat je hebt. God zorgt voor je, want hij heeft zelf gezegd: «Ik zal bij je blijven, ik zal je niet in de steek laten.» | Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. |
Rijkdom die je zomaar krijgt, ben je snel weer kwijt, maar als je hard werkt voor je geld, word je steeds rijker. | Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. | De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. |
Probeer niet alleen maar rijk te worden, wees niet alleen maar bezig met geld. | Mat u niet af om rijk te worden, gebruik daarvoor uw inzicht niet. |
Wie graag rijk wil zijn, heeft nooit genoeg. Wie veel heeft, wil steeds meer hebben. Ook dat is allemaal zinloos. | Wie het geld liefheeft, wordt van geld nooit verzadigd, en wie de overvloed liefheeft, niet van inkomsten. Ook dat is vluchtig. |
Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. | Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. |
Je kunt beter arm zijn en eerbied hebben voor de Heer, dan rijk zijn en leven in angst. | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat met verwarring erbij. |
Ook zei hij: ‘Pas op voor het verlangen naar steeds meer bezit. Kijk daarvoor uit. Je kunt heel veel bezitten, maar je leven kun je nooit bezitten.’ | En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. |
Laat de hemelse rijkdom het allerbelangrijkste voor je zijn. | Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. |
Geef dus altijd wat je moet geven. Betaal alle belasting die je moet betalen. Heb respect voor wie respect verdient. En geef eer aan wie eer verdient. | Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. |
Wijsheid is meer waard dan zilver, en inzicht is kostbaarder dan goud. | Hoeveel beter is het verwerven van wijsheid dan bewerkt goud, en het verwerven van inzicht is verkieslijker dan zilver! |
Mijn volk en ik hebben heel veel geschenken gegeven voor de tempel. Maar dat kon alleen door u! Alles wat wij voor uw tempel gegeven hebben, hebben we eerst van u gekregen. | Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven. |
Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten. | Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten. |
Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’ | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. |
Help me om altijd eerlijk te zijn, en geef me precies wat ik nodig heb. Ik wil niet arm zijn, maar ook niet rijk. | Houd valsheid en leugentaal ver van mij. En: geef mij geen armoede of rijkdom, voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood. |
Het verlangen naar geld is de oorzaak van alles wat slecht is. Sommige christenen wilden zo graag rijk worden, dat ze het geloof kwijtgeraakt zijn. En zo brengen ze zichzelf in grote problemen. | Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken. |
Mensen willen graag betrouwbaar zijn. Je kunt beter arm zijn dan onbetrouwbaar. | Het verlangen van de mens is zijn goedertierenheid, maar een arme is beter dan een leugenachtige man. |
Je kunt beter eerlijk zijn en arm, dan slecht en rijk. Want slechte mensen zullen alles verliezen, maar de Heer helpt mensen die eerlijk zijn. | Het weinige dat de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed van vele goddelozen. Want de armen van de goddelozen worden gebroken, maar de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen. |
Je hebt meer aan waardering dan aan rijkdom, je hebt meer aan respect dan aan geld. | Een goede naam is verkieslijker dan grote rijkdom, goede gunst dan zilver en dan goud. |
Dan zal de Heer jullie rijk en gelukkig maken, zoals hij beloofd heeft. Dan lenen jullie geen geld meer van andere volken, maar vragen zij geld aan jullie. Dan heersen andere volken niet meer over jullie, maar dan heersen jullie over hen. | Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. |
Want ineens kan je geld verdwijnen, net zoals een vogel die plotseling wegvliegt. | Mat u niet af om rijk te worden, gebruik daarvoor uw inzicht niet. Laat u uw ogen erover vliegen, dan is het er niet meer, want het vliegt direct weg, als een arend die naar de hemel vliegt. |
Daarom betaal je ook belasting. De mensen die belasting ophalen, staan in dienst van God. | Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn. |
Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. | Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Rijke mensen denken dat ze veilig zijn, ze denken dat hun bezit hen beschermt. | Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn verbeelding. |
Gerelateerde onderwerpen
Materialisme
Toen we op de...
Schulden
Slechte mensen lenen dingen...
Hebzucht
Wie graag rijk wil...
Armoede
Jezus zei tegen hem...
Eerlijkheid
Vrienden, we moeten anderen...
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...
Bijbeltekst van de dag
Je hebt meer aan waardering dan aan rijkdom,je hebt meer aan respect dan aan geld.