De rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. | Eerlijke mensen blijven leven door hun goedheid, maar onbetrouwbare mensen sterven door hun slechtheid. |
Wees niet afgunstig op een man van geweld en verkies geen enkele van zijn wegen, want de Here verafschuwt de verkeerde, maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om. | Wees niet jaloers op iemand die geweld gebruikt. Word niet zo slecht als hij. De Heer vindt het afschuwelijk als mensen kwaad doen. Hij straft slechte mensen. Hij laat hen in de steek als ze andere mensen belachelijk maken. Maar de Heer blijft trouw aan goede mensen. Die maakt hij gelukkig, die geeft hij liefde. |
Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam. | Heb dus geen verboden seks! Veel verkeerde dingen die mensen doen, hebben geen gevolgen voor hun lichaam. Maar van verboden seks wordt je lichaam slecht. |
Bewaar uw tong voor het kwade en uw lippen voor het spreken van bedrog. | Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. |
Doe weg van u de valsheid van mond en houd ver van u de verkeerdheid der lippen. | Vertel geen leugens, en bedrieg andere mensen niet. |
Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. | Blijf toch wakker! Bid God om kracht, zodat je geen verkeerde keuze maakt. Want jullie willen wel het goede kiezen, maar jullie zijn zwak. |
Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. | Vriendelijke woorden geven mensen kracht om te leven, maar boze woorden maken mensen kapot. |
Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. | Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. |
De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. | Ik heb eerbied voor de Heer, en daarom haat ik het kwaad. Ik heb een hekel aan trotse mensen, aan leugenaars en aan mensen die kwaad doen. |
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg. | God, ik wil dat u alles van mij weet, ik wil dat u weet wie ik ben. Kijk in mijn hart, onderzoek al mijn gedachten. Kijk of ik leef zoals u dat wilt, en leid me op de weg die u wijst. |
Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. | Elke dag denk ik aan uw woorden, dan doe ik geen verkeerde dingen. |
Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. | God heeft iets beloofd dat heel bijzonder is: hij zal ervoor zorgen dat jullie zonder zonde gaan leven, en gaan lijken op God zelf. Jullie zullen ontsnappen aan alle slechtheid in de wereld. Die slechtheid is het gevolg van de verkeerde verlangens van de mensen. |
Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. | Maar ik zeg: Nee, het is beter dat mensen wel getrouwd zijn. Anders gaan ze misschien verlangen naar verboden seks. |
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. | Want ik, de Mensenzoon, ben gekomen om mensen te redden die verkeerde dingen doen. |
Maar van hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn, zoals het heiligen betaamt. | Jullie zijn Gods heilige volk. Daarom mag er bij jullie zelfs niet eens gepraat worden over verboden seks, onreine dingen, en slechte verlangens. |
Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. | Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. |
Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! | Betekent dit dat we kunnen doorgaan met het doen van verkeerde dingen? Nee, natuurlijk niet! |
Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen. | Slaap alleen met de man of vrouw met wie je getrouwd bent. Wie verboden seks heeft of vreemdgaat, zal door God gestraft worden. |
Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest manlijk, weest sterk! | Pas op voor verkeerde ideeën, en blijf geloven in het goede nieuws. Wees sterk en houd moed. |
Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. | Stel dat iemand verkeerde dingen doet. Maar hij krijgt spijt, en stopt met zijn verkeerde gedrag. Hij gaat zich aan mijn regels houden en zich goed en eerlijk gedragen. Dan zal hij zeker in leven blijven. Hij hoeft niet te sterven. |
En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren. | Vaders, wees niet hard voor je kinderen. Maar waarschuw ze voor verkeerde dingen, en leer ze de christelijke regels. |
Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij. | Laat je niet langer leiden door slechte verlangens. Verlang er niet naar om vreemd te gaan. Verlang niet naar verboden seks, of naar ander verkeerd gedrag op seksueel gebied. Verlang ook niet naar veel geld, want geld is een afgod. |
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? | Wat is nu de conclusie? Moeten we verkeerde dingen blijven doen, zodat God steeds kan laten zien hoe goed hij voor ons is? Nee, natuurlijk niet! De zonde heeft geen macht meer over ons. Dan moeten wij dus ook niet doorgaan met het doen van verkeerde dingen! |
Wie echter die wil niet heeft gekend en dingen heeft gedaan, die slagen verdienen, zal er weinige ontvangen. Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd. | Maar stel dat een dienaar niet weet wat zijn heer wil, en dan iets verkeerds doet. Dan zal hij minder zwaar gestraft worden. Want als God je veel geeft, dan vraagt hij er ook veel voor terug. En als je veel voor God mag doen, dan zal hij ook veel van je verwachten. |
Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels. | Luister naar mijn woorden: God zal rechtspreken over de wereld. En dan bekijkt hij of mensen verkeerde dingen gezegd hebben. |