Zo iemand heeft geen plaats bij God. Maar de Zoon van God kan je bevrijden. En als je bevrijd bent, heb je voor altijd een plaats bij God. | Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn. |
En de heilige Geest maakt mensen vrij, zodat ze alles kunnen begrijpen. | De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. |
Vrienden, God wil dat jullie als vrije mensen leven. Maar gebruik die vrijheid niet om toe te geven aan slechte verlangens. Gebruik die vrijheid om met liefde voor elkaar te zorgen. | Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. |
Christus heeft ons bevrijd. Daardoor kunnen we als vrije mensen leven. Houd dus vol en laat niemand je weer slaaf maken. | Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. |
Jullie zijn bevrijd van jullie vroegere leven. Maar die vrijheid is geen excuus om je slecht te gedragen. Jullie zijn nu dienaren van God, en hij wil dat jullie goede dingen doen. Misschien stoppen de ongelovigen dan met het vertellen van onzin over jullie. | Als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God. |
Nee, ik wil dat het heel anders gaat! Jullie moeten niet alleen vasten, jullie moeten meer doen. Bevrijd mensen die gevangen zitten, maak hun boeien los. Laat alle slaven vrij. Zorg dat niemand meer onderdrukt wordt. | Is dit niet het vasten dat Ik verkies: dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt, dat u de banden van het juk ontbindt, dat u de onderdrukten vrij laat heengaan en dat u elk juk breekt? |
God heeft mij uitgekozen. Daarom is zijn Geest bij mij. God heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te vertellen. En om tegen gevangenen te zeggen dat ze weer vrij zijn. Om blinden te vertellen dat ze weer zullen zien. En om mensen die het moeilijk hebben, te helpen. | De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid. |
Gods dienaar zegt: ‘God, de Heer, heeft mij uitgekozen. Hij heeft mij zijn geest gegeven. Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te brengen. En om aan mensen die lijden, weer hoop te geven. Hij heeft me gestuurd om tegen gevangenen te zeggen: ‘Jullie zijn vrij!’’ | De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. |
Heer, u hebt mij beschermd en gered. U steunde mij met uw sterke handen. U was bij me, en dat gaf me kracht. U maakte voor mij de weg vrij, zo kon ik verdergaan. | Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. |
Omdat jullie in Jezus Christus geloven, vormen jullie een eenheid: Joden en niet-Joden, slaven en vrije mensen, mannen en vrouwen. Verschillen zijn niet belangrijk meer. | Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. |
Vroeger was jullie leven zinloos. Want net als jullie voorouders vereerden jullie goden die niet bestaan. God heeft jullie daarvan bevrijd. Hij betaalde daar een hoge prijs voor, die meer waard was dan zilver of goud. Want hij liet zijn onschuldige Zoon sterven aan het kruis. Christus stierf voor jullie, net als een lam dat geofferd wordt. | In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. |
Hij gaf zijn leven om ons te redden. Daardoor heeft hij ons bevrijd van alle schuld. Zo maakte hij van ons zijn heilige volk, een volk dat zijn best doet om goed te leven. | Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. |
Je moet je altijd laten leiden door Gods wet. Want die wet is volmaakt, en geeft je vrijheid. Je moet niet alleen maar naar Gods wet luisteren, en Gods woorden meteen weer vergeten. Nee, je moet ook doen wat God van je vraagt. Dan zul je gelukkig zijn! | Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet. |
God heeft jullie op veel manieren rijk gemaakt. Nu moeten jullie ook klaarstaan om anderen te helpen. Dan zullen de christenen in Jeruzalem God danken voor de steun die ze via mij van jullie krijgen. | Zo zult u in alles rijk worden, in staat tot alle vrijgevigheid, die door middel van ons dankzegging aan God teweegbrengt. |
Na dat gebed begon de aarde te schudden op de plaats waar ze bij elkaar waren. En de heilige Geest kwam in alle apostelen. Ze begonnen zonder angst het goede nieuws over Jezus te vertellen. | En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid. |
Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. | En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. |
Wij christenen zijn dus vrij. Wij hebben geen doek voor ons gezicht. Onze gezichten laten iets zien van de hemelse glans van de Heer. Want wij veranderen in nieuwe mensen, wij gaan steeds meer lijken op onze hemelse Heer. Daar zorgt de heilige Geest voor. | Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. |
God geeft aan eenzame mensen een thuis. Aan gevangenen geeft hij de vrijheid, hij maakt hen gelukkig. Maar mensen die zich tegen hem verzetten, zullen ongelukkig worden. | Een God Die eenzamen in een huisgezin plaatst, Die gevangenen uitleidt in voorspoed; maar de opstandigen wonen in een dor land. |
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. | Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. |
Lieve vrienden, blijf verbonden met Christus. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn als hij terugkomt. En dan hoeven we ons tegenover hem niet te schamen. | En nu, lieve kinderen, blijf in Hem, opdat wij vrijmoedigheid hebben, wanneer Hij geopenbaard zal worden, en niet door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst. |
Laten we daarom vol vertrouwen leven als volk van God. En als het nodig is, helpt Jezus ons. Want hij is onze hogepriester. Hij heeft medelijden met ons, en hij is goed voor ons. | Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip. |
Stel dat een man nog maar kort met een vrouw getrouwd is. Dan hoeft hij niet het leger in om oorlog te voeren. Hij hoeft ook geen ander werk voor het leger te doen. Een jaar lang mag hij thuisblijven om zijn vrouw gelukkig te maken. | Wanneer een man pas een vrouw genomen heeft, mag hij niet met het leger uittrekken, en mag men hem geen enkele verplichting opleggen. Een jaar lang zal hij vrij zijn ten behoeve van zijn huis zodat hij zijn vrouw, die hij genomen heeft, kan verblijden. |
Maar nu zijn jullie bevrijd van de zonde. Nu zijn jullie slaven van God, nu leven jullie als mensen die bij God horen. Zo’n leven leidt tot het eeuwige leven. | Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven. |
De mensen die bij Jezus Christus horen, zijn bevrijd van Gods straf. Wij waren in de macht van de zonde en de dood. Maar de heilige Geest heeft ons uit die macht bevrijd. En dankzij Jezus Christus krijgen we het eeuwige leven. | Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. |
Vrienden, luister goed naar wat ik zeg. Dankzij Jezus wil God onze fouten vergeven. Ook alle fouten die volgens de wet van Mozes niet vergeven kunnen worden. Als je in Jezus gelooft, dan word je gered. | Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden. |