Vinden sommigen van jullie dat ze heel wijs zijn? Dan zeg ik: Houd jezelf niet voor de gek! Je zult eerst dom moeten worden, pas dan kun je echt wijs worden. | Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. |
Wie van jullie zijn er wijs en verstandig? Dat zijn de mensen die zich altijd goed gedragen, en vriendelijk zijn tegenover iedereen. Die mensen zijn wijs! | Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid. |
Als je omgaat met wijze mensen, word je wijs, maar als je omgaat met dwaze mensen, loopt het verkeerd met je af. | Wie met wijzen omgaat, wordt wijs; maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht. |
Zelfs dwaze mensen lijken verstandig als ze zwijgen, en domme mensen lijken wijs als ze hun mond houden. | Zelfs een dwaas die zwijgt, gaat door voor wijs; als hij zijn lippen gesloten houdt, voor verstandig. |
Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. | Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. |
Mensen die eigenwijs zijn, maken altijd ruzie. Mensen die naar goede raad luisteren, zijn wijs. | Door overmoed ontstaat slechts twist, maar bij hen die zich laten raden, is wijsheid. |
Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. | Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden. |
Leer ons blij te zijn met elke dag, zodat we wijze mensen worden. | Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. |
Je kunt alleen wijs worden als je op zoek gaat naar wijsheid en inzicht. | Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid en verwerf inzicht bij al wat gij bezit. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Mensen die geen eerbied hebben voor de Heer, willen geen dingen leren. Zij willen niet wijs worden. | De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Als je geduldig bent, ben je wijs, maar als je snel boos wordt, ben je dom. | De lankmoedige is groot van verstand, maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op. |
Wie wijs en verstandig is, moet nadenken over de woorden in dit boek. Want de Heer is rechtvaardig. Leef daarom zoals hij het wil. Als je dat niet doet, loopt het slecht met je af. | Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er. |
Dwaze mensen willen niet wijs worden. Ze willen alleen hun eigen mening geven. | Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. |
Luister goed! Als je je verstand gebruikt, maak je je leraar blij. | Mijn zoon, indien uw hart wijs is, dan zal ook mijn hart zich verheugen. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Je kunt alleen inzicht krijgen als je vertrouwt op de heilige God. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. |
Als een wijs mens iets zegt, dan krijgt hij waardering. Maar als een dwaas iets gaat zeggen, dan brengt hij zichzelf in de problemen. | Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. |
Want iemand die wijs is, geeft zijn ouders vreugde, iemand die goed leeft, maakt zijn ouders blij. | De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer, wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. |
Ook dat weet de boer omdat de machtige Heer het hem geleerd heeft. Niemand is zo wijs als de Heer. Hij heeft voor alles een plan. | Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid. |
Mensen die wijs willen zijn, moeten luisteren naar de Heer. Mensen die zich houden aan zijn wetten, zijn verstandig. Altijd zullen mensen de Heer danken. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand. |
Jullie weten toch dat de Heer voor altijd regeert? Hij heeft de hele aarde gemaakt. Hij wordt nooit moe, hij blijft altijd sterk. Niemand is zo wijs als hij. | Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden. |
Ik houd van jullie, en daarom straf ik jullie. Zo wil ik jullie leren goed te leven. Dus ga je best doen en verander je leven! | Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. |
Wees niet eigenwijs, maar heb eerbied voor de Heer. Blijf uit de buurt van slechte mensen en doe geen kwaad. Dan zul je sterk en gezond zijn. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Gedraag je verstandig tegenover ongelovigen. En gebruik de tijd die God je met hen geeft, goed. Zorg dat alles wat je tegen hen zegt, vriendelijk en interessant is. En geef duidelijk antwoord aan iedereen die je iets vraagt. | Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven. |
De Heer geeft wijsheid. Zijn woorden geven kennis en inzicht. | Want de Here geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid. |
Het is goed voor je om je verstand te gebruiken. Als je inzicht hebt, word je gelukkig. | Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief; wie inzicht bewaart, vindt geluk. |