Uw woorden verspreiden licht. Ze geven wijsheid aan eenvoudige mensen. | Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. |
Iedereen luistert graag naar de woorden van een wijs mens. Maar de woorden van een dwaas storten hem in het ongeluk. | Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. |
Vriendelijke woorden zijn als een levensboom. Maar verkeerde woorden kunnen een leven kapotmaken. | Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. |
De hemel en de aarde zullen ophouden te bestaan. Maar mijn woorden zullen altijd blijven. | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. |
Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. | Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. |
En gebruik bij het bidden niet heel veel woorden door steeds hetzelfde te zeggen, zoals de andere volken doen. Want zij denken dat als ze hun woorden maar steeds herhalen, hun goden zullen doen wat ze van hen vragen. | En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden. |
Ik heb altijd gedaan wat Hij van me vroeg. Ik heb altijd zijn woorden in mijn hart bewaard. | Het gebod zijner lippen deed ik niet wijken, in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond. |
Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam. | Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. |
Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. | Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. |
Zorg dat je wijs en verstandig wordt. Vergeet mijn woorden niet, maar doe wat ik je heb geleerd. | Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet en wijk niet af van de woorden mijns monds. |
Luister naar mijn woorden! Ik wil mijn wijsheid over jullie uitstorten. Ik wil jullie vertellen wat ik weet. | Keert u tot mijn vermaning! Zie, ik wil mijn geest voor u uitstorten, u mijn woorden bekendmaken. |
De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. | De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. |
Vergeet niet wat ik heb gezegd. Zeg tegen je Heer God dat je verkeerd gedaan hebt. Vraag Hem of Hij je wil vergeven. Vraag Hem of Hij weer goed voor je wil zijn. Je woorden van spijt zullen zijn als offers waardoor je vergeving krijgt. | Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de belijdenis onzer lippen. |
Voor goede mensen zal God goed zijn. Maar de woorden van slechte mensen zijn een bron van ellende. | Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. |
Profetieën zijn geen woorden die mensen zelf hebben bedacht. Maar doordat de Heilige Geest zijn woorden aan mensen gaf, hebben die mensen namens God gesproken. | Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. |
Luister, mijn zoon, en geloof wat ik zeg. Dan zul je lang leven. | Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan, opdat uw levensjaren talrijk worden. |
Met een vriendelijk antwoord kalmeer je iemand die woedend is. Maar met beledigende woorden maak je hem juist kwaad. | Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op. |
Maar Jezus zei: "Wat heerlijk is het als mensen Gods woorden horen en ze ook doen!" | Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. |
Roddelpraatjes slaan wonden. Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart. | De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen; zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. |
Drink wat ik jullie leer op, zoals het gras de regen opdrinkt. Laat mijn woorden voor jullie zijn als dauw op het gras, als zachte regen voor de planten. | Mijn leer druipe als regen, mijn rede druppele als dauw, als regenbuien op het jonge groen, en als regenstromen op het kruid. |
Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. | Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o Here, mijn rots en mijn verlosser. |
De woorden van een slecht mens storten andere mensen in het ongeluk. Maar goede mensen worden door hun wijsheid gered. | Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." | Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. |
En Mozes was daar 40 dagen en 40 nachten bij de Heer. Brood at hij niet en water dronk hij niet. En hij schreef op de platte stenen de regels van het verbond, de Tien Leefregels. | En hij was daar bij de Here veertig dagen en veertig nachten, brood at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden. |
De woorden van een goed mens zijn als zuiver zilver. Maar de gedachten van een slecht mens zijn weinig waard. | Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard. |