Vertrouw erop dat God je zal redden, want dat vertrouwen beschermt je als een helm. En de boodschap van God is je zwaard. De heilige Geest zal je helpen om die boodschap kracht te geven. | En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. |
Laat iedereen de Heer danken, elke dag. Want hij helpt ons, hij redt ons. | Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela |
Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. | Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. |
Jullie hebben Jezus Christus nooit gezien, en toch houden jullie van hem. Jullie zien hem ook nu niet, en toch vertrouwen jullie op hem. Ja, jullie juichen van hemelse vreugde! Want jullie weten, dat jullie gered zullen worden omdat jullie geloven. | Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen. |
Toen Christus gestorven was, kreeg hij alle eer in de hemel. God heeft hem daar hogepriester voor altijd gemaakt. Dankzij Christus kunnen alle mensen die hem gehoorzaam zijn, voor altijd gered worden. | En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden. |
Pasgeboren baby’s verlangen naar melk. Net zo moeten jullie ernaar verlangen om de woorden van God te horen. Dan kan jullie geloof groeien, en dan worden jullie gered. | En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid. |
Want ik weet zeker dat deze tijd in de gevangenis zal leiden tot mijn redding. Dankzij jullie gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus zal God mij redden. | Want ik weet, dat dit mij tot behoud zal strekken door uw gebed en de bijstand des Geestes van Jezus Christus. |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. |
Want in de heilige boeken zegt God tegen ons: «Ik heb jullie uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Jullie moeten overal op aarde redding brengen.» | Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde. |
Ik schaam me niet om te vertellen dat Jezus aan het kruis gestorven is. En dat de machtige God hem heeft laten opstaan uit de dood. Iedereen die dat goede nieuws gelooft, wordt gered. In de eerste plaats alle Joden, maar ook alle niet-Joden. | Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. |
Er bestaat inderdaad verdriet waar God blij mee is. Zulk verdriet zorgt ervoor dat mensen hun leven veranderen. Daar krijgen ze geen spijt van. Want het heeft als gevolg dat ze gered worden. Maar het verdriet van slechte mensen brengt niets goeds. Zulk verdriet leidt tot de dood. | Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood. |
Zo heeft ook Christus zichzelf één keer geofferd. Hij is gestorven voor de zonden van veel mensen. Hij zal opnieuw komen, maar dan niet om de zonden weg te nemen. Nee, hij zal komen om de mensen die op hem wachten, te redden. | Zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veler zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten. |
De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. | Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. |
De Heer zal zijn volk sterk maken, hij zal zijn volk vrede geven. | De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede. |
Want dit hebt u gezegd: ‘Ik zal je de weg wijzen die je moet gaan. Ik zal je raad geven, ik zal voor je zorgen.’ | Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet; Ik raad u; mijn oog is op u. |
Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. | Des daags zal de Here zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God mijns levens. |
De Heer, jullie God, zal bij jullie zijn. Hij is machtig, hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde. | De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. |
Maar zo zal het niet blijven. Want de Heer zal zijn geest aan de Israëlieten geven. Dan zal de woestijn weer een tuin vol bomen worden. | Totdat over ons uitgestort wordt de Geest uit den hoge. Dan wordt de woestijn een gaarde en de gaarde gelijkt een woud. |
Ik zal zingen voor de Heer, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. | Ik zal de Here zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben. |
Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. | Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en verborgen, of het zal bekend worden. |
Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. | Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden. |
Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren. | En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! |
De hemel zal verdwijnen, en de aarde zal verdwijnen. Maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. |
De Heer zal zelf met je meegaan. Hij zal je helpen. Hij blijft steeds bij je, hij zal je niet in de steek laten. Je hoeft echt niet bang te zijn. | Want de Here zelf zal vóór u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt. |
Ook nu zal de Heer de mensen redden die eerbied voor hem hebben en die hun geloof niet verliezen. Maar slechte mensen zal hij gevangen houden tot de dag dat hij zal rechtspreken. Dan zal hij hen straffen. | Dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen. |