Zing voor God, zing psalmen voor Zijn Naam; baan de wegen voor Hem Die door de vlakten rijdt, want HEERE is Zijn Naam; spring op van vreugde voor Zijn aangezicht. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning. | Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt. HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. |
De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep. | Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. |
Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. | Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. |
Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven. | Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. |
Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. | Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden; of we nu Joden of Grieken zijn, slaven of vrije mensen, we zijn allen van één Geest doordrenkt. |
Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. | Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het behouden. |
Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen. | Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat. |
De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige. | En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam. |
Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. | Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. |
Op die dag zult u zeggen: Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken, roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is. | Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.’ |
In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. | In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade. |
In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. | In mijn nood riep ik tot de HEER, ik schreeuwde naar mijn God om hulp. In zijn paleis hoorde Hij mijn stem, mijn roepen bereikte zijn oren. |
Voorzeker, de Heere HEERE doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten. | Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. |
Die ieder vergelden zal naar zijn werken. | God beloont ieder mens naar zijn daden. |
Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent, die met zijn hart de waarheid spreekt. Die met zijn tong niet lastert, zijn vrienden geen kwaad doet en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt. | Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste. |
Wie het gebod in acht neemt, bewaart zijn leven, wie zijn wegen veracht, zal sterven. | Wie de geboden naleeft, behoudt zijn leven, wie de weg van de HEER veracht, zal sterven. |
Opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word. | Ik wil Christus kennen door de kracht van zijn opstanding te ervaren, door te delen in zijn lijden en aan Hem gelijk te worden in zijn dood. |
Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos. | Wie meent dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. |
Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. | Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn, ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. |
Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. | De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof. |
Hij, Die Zijn opperzalen in de hemel bouwde en Zijn gewelf op de aarde grondvestte, Hij, Die het water van de zee riep en uitgoot over het aardoppervlak: HEERE is Zijn Naam. | Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. |
Maar laat de broeder die nederig is, zich beroemen op zijn hoge staat, en de rijke in zijn nederige staat, want hij zal als een bloem in het gras voorbijgaan. | Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn aanzien, en de rijke op zijn nederige staat, want hij zal vergaan als een bloem in het veld. |
En wij zijn Zijn getuigen van deze dingen, en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen die Hem gehoorzaam zijn. | Daarvan getuigen wij, en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie Hem gehoorzamen. |
Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú. | Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. |
Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. | Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. |
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.