Bijbelteksten over 'Zijn'
U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is. | Wees niet jaloers op wat iemand anders heeft. Je moet niet willen hebben wat al van een ander is: zijn huis, of zijn vrouw, of zijn knecht, of zijn slavin, of zijn koe, of zijn ezel, of iets anders wat van iemand anders is. |
Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? | Want toen we in Jezus Christus werden gedoopt, werden we allemaal in zijn dood ondergedompeld. Zijn dood werd ook onze dood. |
Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. | Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dat moment zijn ze één geheel." |
De HEERE zal Zijn volk kracht geven, de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede. | De Heer zal zijn volk sterk maken. De Heer zal zijn volk vrede geven. |
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. | Ga naar de Heer en vraag Hem om zijn kracht. Verlang er altijd naar om dicht bij Hem te zijn. |
Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. | Als je je tong beheerst, bewaar je je leven. Maar als je je mond zijn gang laat gaan, loopt het slecht met je af. |
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! | Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen! |
Kleinkinderen zijn de kroon van de ouderen, en het sieraad van kinderen zijn hun vaders. | Oude mensen zijn trots op hun kleinkinderen. En kinderen mogen trots zijn op hun ouders. |
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. | Ga naar de Heer en vraag Hem om zijn kracht. Verlang er altijd naar om dicht bij Hem te zijn. |
Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn. | Maar zo moet het bij jullie niet zijn. Als je geëerd wil worden, dien dan de anderen. En als je de belangrijkste wil zijn, doe dan slavenwerk voor de anderen. |
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. | Hij beschermt je onder zijn vleugels. Bij Hem ben je veilig. Zijn trouw beschermt je als een schild, als een pantser. |
Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. | Onthoud goed: waar je rijkdommen zijn, daar zal ook je hart zijn. |
Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken. | Prijs de Heer, aanbid Hem! Vertel de volken over wat Hij heeft gedaan. |
Al zijn wegen zijn iemand recht in zijn eigen ogen, maar de HEERE toetst de harten. | Iedereen vindt van zichzelf dat hij het goed doet. Maar de Heer kijkt hoe je van binnen werkelijk bent. |
Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw! | Dankzij Gods eindeloze goedheid zijn we niet allemaal gestorven. Elke morgen is Hij opnieuw goed voor ons! U bent zo trouw! |
En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. | Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de eerste dingen zijn voorbij." |
De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken. | De Heer is rechtvaardig in alles wat Hij doet. Aan alles wat Hij doet is zijn liefde te zien. |
Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn verbeelding. | Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. |
Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn. | Wij zijn uit Hem geboren, doordat we geloofd hebben in de waarheid van zijn woord. Dat was ook Gods plan voor ons. Zo zijn wij, van alles wat Hij heeft gemaakt, de eersten die bij Hem mogen horen. |
Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. | De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer." |
Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel, maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig. | De Heer haat het als mensen liegen. Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn. |
Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. | Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. |
Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. | Een wijze zoon maakt zijn ouders blij. Maar over een dwaze zoon hebben ze veel verdriet. |
Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn. | Want Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn te zien in de natuur. Dat is altijd al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. Maar ze wíllen God niet kennen. Daarom hebben ze geen excuus dat ze God niet dienen. |
Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven. | Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered en veilig zijn door het léven van zijn Zoon. |
Gerelateerde onderwerpen
God
De HEERE, uw God...
Wijsheid
De HEERE geeft immers...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Materialisme
Want wij hebben niets...
Kracht
Wees niet bevreesd, want...
Spreken
Dood en leven zijn...