Bijbelteksten over Luisteren
Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. | Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. |
Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. | Maar Hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’ |
Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet. | Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. |
En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. | Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. |
En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. | Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. |
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. | Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren. |
Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. | De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. |
Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden, en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij. | Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. |
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft. | Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. |
Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn. | Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Dan zal de God van de vrede met u zijn. |
En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen. | En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. |
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij. | Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij. |
Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. | Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus. |
In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. | In mijn nood riep ik tot de HEER, ik schreeuwde naar mijn God om hulp. In zijn paleis hoorde Hij mijn stem, mijn roepen bereikte zijn oren. |
Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. | Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. |
's Morgens hoort U mijn stem, HEERE; 's morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit. | In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht. |
Als u niet luistert en als u het niet ter harte neemt om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE van de legermachten, zal Ik de vloek onder u zenden en uw zegeningen vervloeken. Ja, Ik heb ze al vervloekt, want u neemt het niet ter harte. | Als jullie niet luisteren, en als jullie niet ter harte nemen dat je mijn naam in ere moet houden – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik jullie met mijn vloek treffen en vervloek Ik alles waarmee jullie gezegend zijn; Ik zal jullie zéker vervloeken, want jullie nemen het toch niet ter harte. |
De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep. | Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. |
Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden. | Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan. |
En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen. | Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. |
Hij dan Die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof? | Geeft God u de Geest en laat Hij zijn kracht in u werkzaam zijn omdat u de wet naleeft, of omdat u gelooft wat u hebt gehoord? |
Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. | Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal van de daken geschreeuwd worden. |
Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt. | Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’ |
Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. | Als je broeder of zuster tegen je zondigt, moet je die persoon onder vier ogen daarop aanspreken. Als hij luistert, heb je hem teruggewonnen. |
Bijbeltekst van de dag
Wie is Hij, deze Koning der ere?De HEERE van de legermachten,
Hij is de Koning der ere. Sela