Hij doet onze schuld ver weg, zo ver als het westen is van het oosten. Want zijn liefde voor ons is groot, zo groot als de hele wereld. | Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. |
Vrienden, omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij van elkaar houden. | Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben. |
Zo is het ook met het geloof. Als iemand gelooft, maar niet doet wat God van hem vraagt, is zijn geloof waardeloos. | Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. |
Leer ons blij te zijn met elke dag, zodat we wijze mensen worden. | Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen. |
Heer, uw liefde is zo groot als de wereld, uw trouw is zo hoog als de hemel. | Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken. |
Niemand is zo heilig als de Heer, hij is de enige God! Niemand is zo sterk als hij. | Er is niemand zo heilig als de HEERE, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God. |
Het verschil tussen mijn plannen en jullie plannen is net zo groot als het verschil tussen hemel en aarde. | Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. |
Mensen worden wijzer door met elkaar om te gaan, net zoals messen scherper worden door ze aan elkaar te slijpen. | IJzer scherpt men met ijzer, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste. |
God, ik verlang naar u, zoals een hert verlangt naar helder water. | Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! |
Help elkaar altijd. Dan leef je volgens de wet van Christus. | Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. |
In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» | Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. |
Hoe een mens van binnen is, dat weet alleen de geest van die persoon. En net zo weet alleen de Geest van God wat God denkt. | Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. |
Luister naar mijn woorden: Als één slecht mens zijn leven verandert, zijn de engelen van God net zo blij als die vrouw. | Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. |
Als je in het water kijkt, zie je je gezicht. Als je in iemands hart kijkt, zie je zijn karakter. | Zoals water gezicht tegenover gezicht stelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens zelf. |
Ik leef dankzij de Vader, de levende God, die mij gestuurd heeft. En iedereen die bij mij hoort, leeft dankzij mij. | Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. |
Maar zo mag het bij jullie niet gaan. Als je de belangrijkste wilt zijn, moet je de anderen dienen. Als je de voornaamste wilt zijn, moet je de anderen dienen zoals een slaaf doet. | Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn. |
De dood is in de wereld gekomen door een mens, door Adam. Alle mensen moeten sterven, net als Adam. Maar door een ander mens, door Jezus Christus, zullen de mensen opstaan uit de dood. Alle gestorven christenen zullen weer levend worden, net als Christus. | Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. |
Het menselijk lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die verschillende delen vormen samen dat ene lichaam. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. | Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. |
Dit zegt God, de Heer, tegen het volk van Israël: ‘Als jullie mij zoeken, zullen jullie leven.’ | Want zo zegt de HEERE tegen het huis van Israël: Zoek Mij en leef! |
Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. | Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God. |
Israël, jij bent heel belangrijk voor mij, je bent heel veel waard. Ik houd zo veel van je! Voor jou gaf ik Egypte, Nubië en Seba weg. Voor jou geef ik alles weg, alle mensen en alle volken van de wereld. | Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad. Daarom heb Ik mensen gegeven in uw plaats en volken in plaats van uw ziel. |
Hadden ze altijd maar zo veel eerbied voor mij! Waren ze altijd maar zo gehoorzaam! Dan zou het altijd goed met hen gaan, en ook met hun kinderen. | Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan! |
Geef, en je zult krijgen, meer dan je vast kunt houden! Want zo veel als jij aan anderen geeft, zo veel geeft God aan jou. | Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden. |
In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man. | Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. |
Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie. | Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. |