Want de Heer houdt van rechtvaardigheid. Hij laat zijn vrienden nooit in de steek. Hij zal altijd voor hen zorgen. Maar de familie van slechte mensen zal later niet meer bestaan.
Want de HEER heeft gerechtigheid lief, wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet. Zij blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd.
Want de Heer heeft eerlijke mensen lief. Hij helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij beschermt hen altijd. Goede mensen zullen in vrede leven. Zij mogen altijd veilig wonen. Maar de kinderen van slechte mensen zullen verdwijnen, er blijft niets van ze over.
Want de HEERE heeft het recht lief en zal Zijn gunstelingen niet verlaten; voor eeuwig worden zij bewaard, maar het nageslacht van de goddelozen wordt uitgeroeid.
Want de Here bemint het recht, en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet. Voor altoos blijven zij bewaard, maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid.
Als je zeker weet dat God van je houdt en je dus vol bent van zijn liefde, hoef je niet bang voor Hem te zijn. Want volmaakte liefde verjaagt alle angst voor God. Want als je bang bent, komt dat omdat je bang bent voor straf. Als je bang bent, ben je nog niet helemaal vol van liefde.