Als u namelijk bereidwillig geeft van wat u hebt, worden uw gaven met vreugde aanvaard; u hoeft niet te geven van wat u niet hebt.
Als je het van harte geeft, dan is de Heer er blij mee. Maar je hoeft niet meer te geven dan je kunt missen.
Want als de bereidwilligheid aanwezig is, dan is iemand welgevallig overeenkomstig wat hij heeft, niet overeenkomstig wat hij niet heeft.
Want als de bereidvaardigheid aanwezig is, is zij welkom naar hetgeen zij heeft, niet naar hetgeen zij niet heeft.
Denk erom: als mensen graag willen geven, moeten ze niet méér geven dan ze kunnen.