Maar ik zal mijn stem in dank verheffen
en U offers brengen;
mijn geloften los ik in.
Het is de HEER die redt!
en U offers brengen;
mijn geloften los ik in.
Het is de HEER die redt!
Maar ik niet!
Ik zal u met offers danken,
en een lied voor u zingen.
Alles wat ik beloof, zal ik doen.
Want alleen u, Heer, brengt redding!
Ik zal u met offers danken,
en een lied voor u zingen.
Alles wat ik beloof, zal ik doen.
Want alleen u, Heer, brengt redding!
Maar ik, met dankzegging zal ik U offers brengen;
wat ik beloofd heb, zal ik nakomen.
Het heil is van de HEERE!
wat ik beloofd heb, zal ik nakomen.
Het heil is van de HEERE!
Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren.
Maar ik zal U prijzen.
Wat ik U beloofd heb,
zal ik ook doen.
Want U redt mijn leven.
Wat ik U beloofd heb,
zal ik ook doen.
Want U redt mijn leven.