Bijbelteksten over 'Redt'
- Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet,
rechtvaardigheid redt van de dood. - Rijkdom helpt je niet op de dag van Gods toorn,
rechtvaardigheid redt van de dood. - De HEER redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij Hem. - Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt ons en redt ons. sela - De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen,
Hij bevrijdt hen uit de nood.
Gebroken mensen is de HEER nabij,
Hij redt wie zwaar wordt getroffen. - Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de HEER zal hem steeds weer bevrijden. - Maar ik zal mijn stem in dank verheffen
en U offers brengen;
mijn geloften los ik in.
Het is de HEER die redt! - Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt,
op U blijf ik hopen, elke dag weer. - U die de HEER bemint: haat het kwade.
Hij behoedt het leven van wie Hem trouw zijn,
uit de greep van de goddelozen bevrijdt Hij hen. - Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte,
HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder,
God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen,
mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. - Maar Ik, de HEER, ben je God al sinds Egypte, en met andere goden mag je je niet inlaten; buiten Mij is er niemand die je redt.
- Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt. - Al zal de vijgenboom niet bloeien,
al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt. - Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, nooit zal ik wankelen. - Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - God, de HEER, is mijn kracht,
Hij maakt mijn voeten snel als hinden,
Hij laat mij over toppen van bergen gaan. - Bij God is mijn redding en mijn eer,
mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. - Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat U redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. - Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.
- Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.
- Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen.’
- En dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus.
- Maar nu is Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, zichtbaar geworden buiten de wet om: God schenkt vrijspraak op grond van geloof in Jezus Christus, aan allen die geloven. En er is geen onderscheid.
- Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, weten we dat iemand niet rechtvaardig verklaard wordt door de wet na te leven, maar door geloof in Jezus Christus. Daarom stellen ook wij ons vertrouwen in Christus Jezus, opdat wij rechtvaardig verklaard worden door het geloof in Hem en niet door het naleven van de wet. Want geen mens wordt rechtvaardig verklaard door de wet na te leven.