Bijbelteksten over het Belijden van Zonde
Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. | Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt. |
Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. | Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. |
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. |
Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. Sela | Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. sela |
Het zal gebeuren, als iemand aan een van deze dingen schuldig is, dat hij dan moet belijden waarin hij gezondigd heeft. | Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden, waarin hij gezondigd heeft. |
Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere. | Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren. |
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. | Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. |
Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. | Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag. |
Wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. | Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. |
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. | Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. |
Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. | Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. |
Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! | Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. |
Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. | Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. |
Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. | Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet u niet...
Erkennen
Al wie belijdt dat...
Berouw
En Mijn volk, waarover...
Vergeving
Wie de overtreding toedekt...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Spreken
Dood en leven zijn...