Toen zagen ze de waarheid: ze zagen dat ze naakt waren. Daarom maakten ze twee schorten van de bladeren van een vijgenboom. Zo hadden ze iets om aan te trekken. | Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. |
De Heer God maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenhuiden. Daarmee kleedde Hij hen aan. | De HEER God maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan. |