Wie zich bekommert om een vriend in nood toont zijn eerbied voor de Ontzagwekkende. | Iemand die zijn vriend in de steek laat, heeft ook geen eerbied voor de machtige God. |
Ik weet: mijn redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. | Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. |
De geboden die Hij voorschreef heb ik nageleefd, de woorden die Hij sprak heb ik het meest van al gekoesterd. | Ik heb steeds precies gedaan wat hij zei, ik heb zijn woorden in mijn hart bewaard. |
Maar Hij kent de wegen die ik kies; als Hij me toetste, zou ik puur als goud zijn. Ik ben in zijn spoor getreden, zonder af te buigen volgde ik zijn weg. | Maar God kent mij, hij weet hoe ik leef. Als hij in mijn hart naar kwaad zou zoeken, dan zou hij alleen goede dingen vinden. Ik heb altijd naar hem geluisterd, ik heb altijd geleefd zoals hij het wil. |
De Ontzagwekkende, die wij niet kunnen vatten, is groot door zijn kracht en door zijn recht; rechtvaardig is Hij, het recht schendt Hij niet. | God is een goede rechter, hij onderdrukt mensen niet. Hij is heel machtig, niemand kan dicht bij hem komen. |
Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich ter aarde. En hij zei: ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen, naakt zal ik tot de aarde terugkeren. De HEER heeft gegeven, de HEER heeft genomen, de naam van de HEER zij geprezen.’ | Toen Job dat hoorde, scheurde hij van verdriet zijn kleren kapot. Hij knipte zijn hoofd helemaal kaal, en liet zich van ellende op de grond vallen. Hij zei: ‘Ik had niets toen ik geboren werd. Ik zal ook niets hebben als ik begraven word. De Heer heeft mij alles gegeven, en de Heer heeft alles weer van mij afgenomen. Toch blijf ik de Heer danken!’ |
Toen zei de HEER tegen hem: ‘Luister, met alles wat van hem is mag je doen wat je wilt, maar raak Job zelf niet aan.’ Hierop vertrok de satan. | ‘Goed,’ zei de Heer, ‘doe wat je wilt met alles wat Job bezit. Maar hemzelf moet je met rust laten.’ Toen ging Satan weg. |
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken. | Ik heb nooit naar jonge vrouwen gekeken, dat had ik mezelf plechtig beloofd. |
Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd; wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af! | Wees blij als de machtige God je straft, verzet je niet tegen hem. |
Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, bracht de HEER een keer in het lot van Job en Hij gaf hem het dubbele van wat hij eerder bezat. | Nadat Job voor zijn vrienden gebeden had, liet de Heer een nieuwe tijd voor Job beginnen. Toen ging het veel beter met hem. De Heer gaf hem zelfs twee keer zo veel bezit als vroeger. |
Bijbeltekst van de dag
Wie is Hij, die koning vol majesteit?De HEER van de hemelse machten,
Hij is de koning vol majesteit. sela