Want Gij hebt ons getoetst, o God, ons gelouterd, gelijk men zilver loutert. | God, u keek diep in ons hart. U wilde weten of we goed of slecht waren, en of we u trouw zouden blijven. |
Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen, of er was een lofzang onder mijn tong. | Ik bad tot God en ik zong een lied om hem te eren. |
Gerelateerde onderwerpen
Verleiding
Gij hebt geen bovenmenselijke...
Lijden
Doch de God van...
Reiniging
Daar wij nu deze...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Bidden
Verblijdt u te allen...
Lof
O HERE, Gij zijt...